Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/121
Vrijspraak medeplegen van uitlokking van mensenhandel. Oordeel dat geen sprake is van uitbuiting als bedoeld in art. 253f Sr onvoldoende toereikend gemotiveerd.
HR 24-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3309
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 november 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
13/04569
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3309, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2038, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑12‑2014
- Wetingang
Art. 273f Sr
Essentie
1. Ten onrechte bewezenverklaard door zowel ‘gift(en)’ als ‘belofte(n)’ uitlokken. Immers, een in het vooruitzicht gestelde en daadwerkelijk ook gegeven beloning kan niet tegelijkertijd worden aangemerkt als zowel een belofte als een gift waardoor het feit is uitgelokt.
2. Mensenhandel in de vorm van werving etc. voor vervoer verdovende middelen. Het in het vierde onderdeel van art. 273f Sr omschreven feit is alleen strafbaar als het is begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. Het hof heeft het antwoord op de vraag of sprake is van uitbuiting, uitsluitend laten afhangen van de mate waarin betrokkenen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.