Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/951
Verordening Brussel I-bis. Rechterlijke bevoegdheid op grond van art. 7, punt 2, ten aanzien van ‘Peeters/Gatzen-vordering’; plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan; rechterlijke bevoegdheid op grond van art. 8, punt 2, ten aanzien van vordering tot tussenkomst door collectieve belangenbehartiger. Verordening Rome II. Toepasselijk recht op verplichting tot schadeloosstelling; algemene regel; nauwere band-exceptie.
HvJ EU 10-03-2022, ECLI:EU:C:2022:173 (BMA Nederland)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
10 maart 2022
- Magistraten
N. Jääskinen, M. Safjan, N. Piçarra
- Zaaknummer
C-498/20
- Conclusie
A-G M. Campos Sánchez-Bordona
- Roepnaam
BMA Nederland
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:173, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑03‑2022
ECLI:EU:C:2021:888, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 28‑10‑2021
- Wetingang
Art. 7 punt 2, art. 8 punt 2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Verordening Brussel I-bis); art. 4 Verordening (EG) nr. 864/2007 (Verordening Rome II)
Essentie
ZK q.q. tegen BMA Braunschweigische Maschinenbauanstalt AG.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Rechtbank Midden-Nederland bij beslissing van 2 september 2020.
Verordening Brussel I-bis. Rechterlijke bevoegdheid op grond van art. 7, punt 2, ten aanzien van ‘Peeters/Gatzen-vordering’; plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan; rechterlijke bevoegdheid op grond van art. 8, punt 2, ten aanzien van vordering tot tussenkomst door collectieve belangenbehartiger. Verordening Rome II. Toepasselijk recht op verplichting tot schadeloosstelling; algemene regel; nauwere band-exceptie.
1) Art. 7, punt 2, Verordening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.