AB 2015/448
Totstandkoming overheidscontract. Bevoegdhedenovereenkomst. Bevoegdheidsverdeling tussen college van B&W en gemeenteraad. Instemmingsvoorbehoud. Opschortende en ontbindende voorwaarde. Gerechtvaardigd vertrouwen.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/01465
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Noot
F.J. van Ommeren
- Roepnaam
Gemeente Hof van Twente/Landgoed Hof van Twente
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS922388:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Staatsrecht / Decentralisatie
Verbintenissenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1737, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:63, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2014
- Wetingang
Art. 6:23 BW; art. 160 lid 1 aanhef en onder e, 169 lid 4 Gemeentewet
Essentie
Totstandkoming overheidscontract. Bevoegdhedenovereenkomst. Bevoegdheidsverdeling tussen college van B&W en gemeenteraad. Instemmingsvoorbehoud. Opschortende en ontbindende voorwaarde. Gerechtvaardigd vertrouwen.
Samenvatting
In het stelsel van de Gemeentewet komt groot gewicht toe aan de bevoegdheidsverdeling tussen het college van B&W en de gemeenteraad. De raad heeft een autonome positie, en grote terughoudendheid moet worden betracht bij het aannemen van gebondenheid van een gemeente zonder instemming van de raad in gevallen waar de raad een formele positie in het besluitvormingsproces inneemt. Dat geldt ook in gevallen waarin die formele positie wordt ontleend aan een contractueel voorbehoud van instemming, zoals in het onderhavige geval ...