RvdW 2014/105
Oogmerk wederrechtelijke toe-eigening i.v.m. innen vordering op slachtoffer
HR 26-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1425
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
12/03450
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1425, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1372, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2012
- Wetingang
Art. 310 Sr
Essentie
De verdachte, die de camera van het slachtoffer had gepakt, trachtte daarover als heer en meester te beschikken en handelde daarmee met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Daaraan doet niet af dat hij daarmee de bedoeling had het slachtoffer te bewegen tot nakoming van een op hem rustende verplichting (het terugbetalen van geleend geld).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 maart 2012, nummer 20/003965-10, in de strafzaak tegen: R. Adv.: mr. H.H.M. van Dijk, te 's-Hertogenbosch.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel 1:
Het recht is geschonden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.