Einde inhoudsopgave
Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES
Artikel 5.33
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2012, 27 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken: 32473)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2023, Stb. 2023, 515 (uitgifte: 28-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
1.
In gevallen waarin het bestuurscollege het bevoegd gezag is, kan Onze Minister, indien dat in het algemeen belang geboden is, aan het bestuurscollege een bindende aanwijzing geven ter zake van het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een vergunning of ten aanzien van een reeds verleende vergunning. Daarbij houdt hij rekening met het geldende milieubeleidsplan voor de openbare lichamen, bedoeld in artikel 1.4.
2.
Onze Minister pleegt over een voornemen tot het geven van een aanwijzing overleg met het bestuurscollege.
3.
Onze Minister deelt het voornemen, onder vermelding van de redenen daarvoor, mede aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
4.
De aanwijzing wordt vermeld in de beschikking van het bestuurscollege, ter zake waarvan zij is gegeven. Een exemplaar van de aanwijzing wordt gevoegd bij ieder exemplaar van die beschikking.