Einde inhoudsopgave
Besluit Deelnemingsvrijstelling
7.1.3 Verliezen gestaakte buitenlandse onderneming
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2024
- Bronpublicatie:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Inwerkingtreding
21-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Als een belastingplichtige is opgehouden winst uit een buitenlandse onderneming te genieten en hij of een met hem verbonden lichaam later opnieuw winst uit een buitenlandse onderneming gaat genieten, welke onderneming vervolgens wordt omgezet in een deelneming, ziet artikel 13c Wet Vpb niet op de eventuele verliezen uit de eerste gestaakte onderneming. Alleen de inhaalverliezen uit de op het moment van omzetting gedreven buitenlandse onderneming, worden voor de toepassing van artikel 13c Wet Vpb in aanmerking genomen.
Het voorgaande geldt niettegenstaande de omstandigheid dat de inhaalregeling van artikel 33b Wet Vpb wel geldt voor verliezen uit de al gestaakte buitenlandse onderneming, die op de voet van artikel 35, eerste lid, Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, zoals dat tot en met 2011 luidde, door de inspecteur zijn vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking.