NJB 2010, 602
HR, 02-03-2010, nr. 09/00758
HR 02-03-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BK9037
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 2010
- Magistraten
Mrs. Splinter-van Kan, De Hullu en Sterk
- Zaaknummer
09/00758
- Conclusie
A‑G Aben
- LJN
BK9037
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK9037, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK9037, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑2010
- Wetingang
Sr art. 14j
Essentie
De rechtbank te Rotterdam heeft uitsluitend de tenuitvoerlegging gelast van een voorwaardelijk deel van tien maanden gevangenisstraf, dat bij vonnis van 14 juli 2005 was opgelegd naast een opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf ging de veroordeelde in hoger beroep maar dit leidde tot niet-ontvankelijkverklaring van dat beroep.
Art. 14j lid 1 Sr luidt:
‘Rechterlijke beslissingen omtrent vorderingen van het openbaar ministerie of verzoeken van de veroordeelde zijn met redenen omkleed en worden in het openbaar uitgesproken. Zij zijn, voor zover zij geen deel uitmaken van uitspraken terzake van andere stafbare ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.