NJB 2010, 344
HR, 26-01-2010, nr. S 07/12300
HR 26-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 januari 2010
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman en Ilsink
- Zaaknummer
S 07/12300
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BK3426
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK3426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑01‑2010
- Wetingang
Sv art. 437
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot veertien maanden gevangenisstraf wegens feitelijk leiding geven aan het door een rechtspersoon opzettelijk begaan van een aantal fiscale delicten.
Het (vierde) middel bevat het verzoek dat de Hoge Raad in geval van gegrondverklaring van een of meer van de overige middelen een voorziening treft voor de gevolgen van de op 1 maart 2008 in werking getreden wet van 6 december 2007, Stb. 500, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde invrijheidstelling in een voorwaardelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.