HR, 10-02-2009, nr. 07/11315
ECLI:NL:HR:2009:BG1651
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10-02-2009
- Zaaknummer
07/11315
- LJN
BG1651
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2009:BG1651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2009
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2009:BG1651
ECLI:NL:HR:2009:BG1651, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑02‑2009; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BG1651
- Vindplaatsen
Conclusie 10‑02‑2009
Inhoudsindicatie
Conclusie AG over de bewezenverklaring van de wetenschap dat het goed van misdrijf afkomstig was. HR: 81 RO.
Nr. 07/11315
Mr. Knigge
Zitting: 21 oktober 2008 (bij vervroeging)
Conclusie inzake:
[Verdachte](1)
1. Verdachte is door het Gerechtshof te Amsterdam op 20 juli 2007 voor 1. "medeplegen van voorbereiding van het misdrijf diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of aan andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, door twee of meer verenigde personen", 2. "medeplegen van opzetheling" en 3. "opzetheling" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren en negen maanden.
2. Tegen deze uitspraak is namens verdachte cassatieberoep ingesteld.
3. Namens verdachte hebben mrs. G.P. Hamer en M.J.C. Zuurbier, beiden advocaat te Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld.
4. Het middel richt zich tegen de bewezenverklaring van feit 2(2) en behelst de klacht dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsmiddelen kan volgen, met name niet dat verdachte de wetenschap had dat het goed van misdrijf afkomstig was.
5. Ten laste van verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij op 13 juli 2005 te Almere, en Nieuwerschans, tezamen en in vereniging met anderen, een auto van het merk Jaguar, met VIN nummer [001], voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van voornoemde auto wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof."
6. Het Hof heeft de bewezenverklaringen van de feiten 1 en 2 gestaafd met de bewijsmiddelen aangeduid met bijlage A:
"1. Een kopie van een proces-verbaal met nummer PL 1260/05-070374 van 28 juli 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 11 en 12] [map 8, doorgenummerde pagina's 2584 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisanten:
In het strafrechtelijk onderzoek onder de projectnaam [...] werd op 13 juni 2005 een begin gemaakt met het opnemen en uitluisteren van de gesprekken gevoerd op de telefoonlijn met het nummer [002] (taplijn [003]). Genoemd telefoonnummer is in gebruik bij [verdachte].
Op 12 juli 2005 en 13 juli 2005 werd een drietal tapgesprekken op taplijn [003] opgenomen en uitgeluisterd. Vervolgens werd voor het onderzoeksteam duidelijk dat er op 13 juli 2005 omstreeks 17.00 uur een ontmoeting bij de woning van [verdachte] zou plaatsvinden. Bij deze ontmoeting zouden [medeverdachte 3] en een persoon met de naam [medeverdachte 1] betrokken zijn. [Medeverdachte 3] zou alles geregeld en in orde hebben en hij gaf te kennen dat het vanavond menens zou worden.
Aan de hand van deze bevindingen werd op 13 juli 2005 een inzet van het Observatieteam (OT) gerealiseerd. Onderstaand volgt een samenvatting van hetgeen de leden van het OT op 13 juli 2005 aan bevindingen hebben waargenomen.
- dat [verdachte] thuis door een drietal mannen in een VW Golf gekentekend [KK-00-LL] werd opgehaald;
- dat de mannen met z'n vieren vervolgens naar de woning van [medeverdachte 3] in [woonplaats] reden;
- dat de vier mannen de woning binnengingen en zij na een poosje met een drietal witte plastic zakken weer de woning uit kwamen lopen;
- dat de vier mannen in een in de buurt geparkeerde groene Jaguar met Belgisch kenteken [MM-00-NN] stapten en in de richting van het Noorden van het land reden;
- dat drie van de mannen alvorens zij de auto instapten elkaar geluk wensten en elkaar omhelsden.
Op 13 juli 2005 werden de inzittenden van de Jaguar net over de grens met Duitsland door de politie gecontroleerd. In de Jaguar bleken de volgende personen aanwezig te zijn: [verdachte], [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en [betrokkene 12] als bestuurder.
Blijkens het rapport van de Duitse politie troffen zij in de kofferbak van de Jaguar onder andere vier zelfgemaakte bivakmutsen, een rol zilvergrijze tape en inbrekersgereedschap aan.
2. Een kopie van een proces-verbaal met nummer PL 1260/05-070374 van 23 augustus 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 12] en [verbalisant 3] [map 8, doorgenummerde pagina' s 2616 e.V.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisanten:
Uit nader onderzoek is gebleken dat de groene Jaguar met Belgisch kenteken [MM-00-NN] en chassisnummer [001] een gestolen voertuig betreft. Op 12 juli 2005 is er aangifte gedaan van diefstal van een groene Jaguar voorzien van het kenteken [OO-00-PP] en chassisnummer [001].
3. Een kopie van een proces-verbaal met nummer 0507l3wo2005032-01 van 3 oktober 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren 026 en 082 [map 8, doorgenummerde pagina's 2597 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisanten:
In opdracht van Bovenregionaal Recherche Team Midden-, West- en Noord Nederland hebben wij, in het kader van het opsporingsonderzoek [...], op 13 juli 2005 de navolgende waarnemingen gedaan:
Omstreeks 23.26 uur zag ik, verbalisant 082, dat de personenauto van het merk Jaguar, kleur groen en voorzien van het Belgisch kenteken [MM-00-NN] reed over de doorgaande weg gelegen tussen Beerta en Nieuwerschans. Ik zag de snelheid van het voertuig voornoemd regelmatig vertragen en versnellen. Tevens zag ik dat het voertuig ter hoogte van een woning stopte, enkele ogenblikken stil is blijven staan en vervolgens weer is gaan rijden.
4. Een proces-verbaal met nummer ZD-13 van 29 november 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13] [map 8, doorgenummerde pagina's 2560 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant:
Aan de hand van enkele tapgesprekken die op 29 juli 2005 gevoerd werden tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] en tussen [medeverdachte 4 en 5] werd voor het onderzoeksteam duidelijk dat bovengenoemde personen onderweg waren naar het plaatsje Leer in Duitsland om mogelijk aldaar een strafbaar feit te plegen.
Bij navraag bij het Bureau Euroregionale Zaken te Heerlen bleek dat er in de nacht van 29 juli op 30 juli 2005 in het plaatsje Uplengen (district Leer) te Duitsland een overval in een woning is geweest. Het slachtoffer werd in haar woning door twee gemaskerde mannen overvallen. Een van de overvallers had naar haar geschreeuwd: "Geld anders jij dood." Zij werd door één van de overvallers enkele malen in het gezicht geslagen met een schroevendraaier. Het slachtoffer vertelde dat zij gezien had dat een van de daders een pistool op haar bed had gelegd.
5. Een kopie van een proces-verbaal met nummer PL 1260/05-070374 van 13 september, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 14] [map 8, doorgenummerde pagina's 2718 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 13 september 2005 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 1]:
Nadat [verdachte] (het hof begrijpt hier en hierna: [verdachte]) in Lelystad was komen wonen, kwam ik al snel met hem in contact en werd ik steeds vaker uitgenodigd bij hem te komen. Deze zomer had [verdachte] het met mij over snel geld verdienen. Hij zei dat hij een 'werk' in Duitsland had. Hij vertelde dat er in Duitsland een hele rijke man woonde. Deze tip had hij van een ex-werknemer van die rijke man, maar die kon zelf niet meegaan omdat hij herkend zou worden. Als beloning hiervoor zou deze man dertig procent van de buit krijgen. Indien wij dit niet zouden nakomen, zou deze tipgever ons aangeven bij de Duitse politie. Zo kwam het dat wij met de Jaguar met Belgische kentekenplaten (het hof begrijpt: de groene Jaguar met kenteken [MM-00-NN]) naar de provincie Groningen reden om daar de Duitse grens over te gaan. Met 'we' bedoel ik [medeverdachte 3] (het hof begrijpt hier en hierna: [medeverdachte 3]), de Nederlander (het hof begrijpt hier en hierna: [medeverdachte 4]), [verdachte] en ik. Het was de bedoeling van hem om de woning van die rijke man binnen te dringen, veel geld buit te maken en snel weer terug te rijden naar Nederland en iedereen zou blij zijn met zijn deel. Ik wist vanaf het begin dat we gingen rijden dat [medeverdachte 3] gezegd had dat de Jaguar gestolen was en dat we in verband met vingerafdrukken overal vanaf moesten blijven.
Nadat de Duitse politie ons gecontroleerd had en we verder mochten rijden, zagen we dat ze een tijdje achter ons aan bleven rijden. Gelukkig werd er toen besloten van de overval op die woning af te zien en terug te rijden naar Nederland. Terwijl we in Nederland terug naar huis reden zagen we dat er de hele tijd een auto achter ons aan bleef rijden. Ik hoorde [medeverdachte 3] zeggen dat hij het kenteken zou laten natrekken en als die van de politie zou zijn, zouden ze ook niet na een week alsnog proberen de overval te plegen.
[Verdachte] vroeg mij bij hem thuis of ik mee wilde doen met een overval in Duitsland waarbij mijn aandeel tussen de 15.000 en de 20.000 euro zou bedragen. Ik meen dat dit gesprek ongeveer zes à zeven dagen voordat we naar Duitsland gingen plaatsvond.
Een aantal dagen later had ik een tweede gesprek bij [verdachte] thuis over het voorstel van de overval in Duitsland. [Verdachte] was erbij. De Nederlander en [medeverdachte 3] keken mij tijdens dit gesprek heel serieus aan. Het gesprek werd voornamelijk door [medeverdachte 3] gevoerd, maar de Nederlander nam het initiatief.
Het was de bedoeling om ter plaatse in te breken waarna ik de man zou moeten vasthouden zodat de anderen het hele huis konden doorzoeken om het geld te pakken. [Medeverdachte 3] en de Nederlander zeiden dat [verdachte] het huis zou openmaken. Hij zou in staat zijn ieder slot zonder probleem open te maken.
Tijdens de gesprekken heeft men mij verteld dat ik het slachtoffer vast zou houden, waarna we het slachtoffer na de overval met powertape zouden vast tapen. Dit is het soort grijze plakband waarmee je van alles dicht kan plakken. Ook zouden wij mutsen dragen. Bij [medeverdachte 3] thuis heb ik op de avond van de geplande overval de muts gepast. Dit betrof een zwarte bivakmuts. Het waren geen originele mutsen. Deze waren zelfgemaakt.
Die avond (het hof begrijpt: op 13 juli 2005) zijn wij vanaf de woning van [verdachte] met de Golf vertrokken naar de woning van [medeverdachte 3], waar we vertrokken met de Jaguar van de Nederlander met de Belgische kentekenplaten. Bij zijn woning hebben wij elkaar succes gewenst en zijn toen vertrokken.
6. Een kopie van een proces-verbaal met nummer PL 1260/05-070374 van 14 september 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 14] [map 8, doorgenummerde pagina's 2744 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 14 september 2005 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 1]:
Ik ben na die ene keer nooit meer naar Duitsland geweest. Ik vroeg aan [verdachte] toen een keer over de afloop van de overval. Ik meen toen van hem begrepen te hebben dat [verdachte] dacht dat [medeverdachte 3] en die Nederlander toen samen zijn geweest.
7. Een kopie van een proces-verbaal met nummer PL 1260/05-070374 van 21 september 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 15] [map 8, doorgenummerde pagina's 2751 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 21 september 2005 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 1]:
Voordat we naar [medeverdachte 3] zouden gaan, wachtte ik bij [verdachte] thuis om naar [medeverdachte 3] gebracht te worden. We werden opgehaald door [medeverdachte 3] en de Nederlander. We hebben gegeten bij [medeverdachte 3] thuis en moesten nog wachten omdat we niet te vroeg in Duitsland konden aankomen. In de groep was dit besloten. Reden hiervoor was dat wanneer we zouden inbreken iedereen dan tegen die tijd sliep. [Medeverdachte 3] en de Nederlander bepaalden mijn aandeel. [Medeverdachte 4], ik noem hem nu [medeverdachte 4], heeft mij verteld wat mijn aandeel was. U vraagt mij hoe ik wist dat het om een overval op een woning ging. Ze hebben het over een woonhuis gehad met veel auto's voor de deur.
8. Een proces-verbaal met nummer 2005243337-1 van 12 juli 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 16] [map 8, doorgenummerde pagina's 2865 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 12 juli 2005 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van aangever [betrokkene 3]:
Ik ben in dienst van [F] B.V. een bedrijf dat nieuwe of tweedehands Jaguars verkoopt. Dit bedrijf is gevestigd aan de [c-straat] te [vestigingsplaats]. Op 12 juli 2005 werd ik 's morgens rond een uur of elf gebeld door iemand die vroeg naar de verkoopafdeling. Ik had een man aan de telefoon die via internet interesse had voor een geadverteerde Jaguar. Hij gaf aan diezelfde middag langs te komen. Op 12 juli 2005 kwam de telefoniste van ons bedrijf mij roepen dat er iemand stond in verband met een afspraak. Ik liep naar de klant toe en toen hij begon te praten besefte ik dat ik deze man vanmorgen aan de telefoon heb gehad. Hij gaf weer aan interesse te hebben voor de geadverteerde Jaguar op onze site. Deze was al verkocht, dus heb ik hem een Jaguar laten zien, voorzien van kenteken [QQ-00-RR]. Hij heeft nog even gebeld met zijn vriendin om te overleggen over de kleur. De man was akkoord, maar wilde eerst nog even een proefrit maken. Als dit positief was, zei hij de auto te gaan kopen en de koopovereenkomst te tekenen. De proefrit zou om 15.30 uur aflopen op genoemde datum. Omstreeks 16.00 uur had de man de auto nog niet teruggebracht. De heb toen bij RDC zijn rijbewijs gecheckt. Het systeem gaf aan dat ik te maken had met een ongeldig document. Tot op het moment van aangifte is de auto nog steeds niet teruggebracht. Ik kan u vertellen dat de foto op het rijbewijs overeenkomt met de man die zich voordeed als koper.
9. Een proces-verbaal met nummer PL 1260/05-096065 van 16 augustus 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 13] [map 8, doorgenummerde pagina's 2887 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 15 augustus 2005 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [betrokkene 3]:
Ik hoorde dat die man zich bij het telefonische gesprek [betrokkene 1] noemde. Ik hoorde deze man zeggen dat hij uit de omgeving van Utrecht kwam. Op diezelfde dag werd ik gebeld door de receptioniste en hoorde ik haar zeggen dat [betrokkene 1] er was. De liep vervolgens naar de man toe. Deze man liet mij een uitdraai zien. Op die uitdraai zag ik de Jaguar staan waar wij eerder op de dag telefonisch over hadden gesproken. Ik hoorde hem zeggen dat hij voor die auto kwam.
10. Een kopie van een proces-verbaal met nummer PL 1260/05-070374 van 20 oktober 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] [map 8, doorgenummerde pagina's 2895 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant:
Op 7 februari 2005 te Lelystad deed [betrokkene 1] aangifte van diefstal van zijn rijbewijs.
Op 12 juli 2005 te Rotterdam legitimeerde een manspersoon zich bij een autobedrijf als [betrokkene 1] met gebruikmaking van diens rijbewijs.
Uit nader onderzoek van de fotokopie bleek dat de foto van dat rijbewijs niet langer die van eigenaar [betrokkene 1] betrof maar die van de klant van het autobedrijf. [betrokkene 3], verkoper van dat autobedrijf, heeft later tijdens de fotoconfrontatie verklaard dat de man die hij bij de fotoconfrontatie selecteerde dezelfde persoon betrof die zich op 12 juli 2005 als klant legitimeerde als [betrokkene 1]. Het betreft hier de mij ambtshalve bekende: [medeverdachte 4], geboren [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] en verblijvende [a-straat 1] te [plaats].
11. Een kopie van een niet genummerd proces-verbaal 31 augustus 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, misdaadanalist, [verbalisant 17], [map 8, doorgenummerde pagina's 2943 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van verbalisant:
In het onderzoek [...] kwam naar voren dat [medeverdachte 3] gebruik maakte van het telefoonnummer 06-[004] en dat [medeverdachte 4] gebruik maakte van het telefoonnummer 06-[005]. Vervolgens heb ik, [verbalisant 17], de printlijst van [medeverdachte 4] en de tapgesprekken van [medeverdachte 3] geanalyseerd. Hieruit bleek mij het volgende:
Op 12 juli 2005 13:32.07 uur tot en met 14:38.11 uur een paallocatie aangeeft Rivium Quadrant Capelle aan den IJssel. Op 12 juli 2005 14:39.52 uur een telefonisch contact is geweest tussen [medeverdachte 4] en een onbekend telefoonnummer 06-[006].
Hierbij een paallocatie aangeeft [d-straat 1] te [plaats].
Bij raadplegen van de routeplanner van de telefoongids van de KPN bleek mij dat de [c-straat] in [plaats] en de Rivium Quadrant in Capelle aan den IJssel 829 meter van elkaar verwijderd zijn.
12. Een proces-verbaal met nummer PL1265/05-070374 van 13 september 2005, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4 en 5] [map 8, doorgenummerde pagina's 2983 e.v.].
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 13 september 2005 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 3]:
De Jaguar is gestolen. Ik wist dat omdat [medeverdachte 4] mij dat heeft verteld. Hij had de Jaguar als proefrit meegenomen en toen heeft hij hem gestolen. Toen [medeverdachte 4] de proefrit ging maken, was ik in Rotterdam. Die Jaguar stond in [plaats] bij een Jaguardealer. Op het moment dat [medeverdachte 4] de proefrit ging maken, was ik vlakbij de garage ergens op het industrieterrein. [Medeverdachte 4] zei tegen mij: "Kom we gaan een auto halen." Toen zijn wij in de Volkswagen Golf van [medeverdachte 4] naar [plaats] naar die Jaguardealer gereden. De heb hem daar bij de dealer afgezet. Hij heeft toen die auto op een of andere manier meegekregen. [Medeverdachte 4] is toen weggereden. Ik ben vervolgens naar huis gereden met de Volkswagen Golf van [medeverdachte 4]. [Medeverdachte 4] is toen later bij mij thuis gekomen. Vervolgens heb ik samen met [medeverdachte 4] de Jaguar bekeken.
13. Een proces-verbaal van 13 maart 2006, in de wettelijke vorm opgemaakt door mr. G.F.H. Lycklama A Nijeholt, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank te Haarlem.
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 13 maart 2006 tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van [medeverdachte 4]:
Ik wil wel iets vertellen over de tocht naar het noorden op 13 juli 2005. Ik bestuurde de Jaguar. [Medeverdachte 3] zat als passagier naast mij en achterin zaten [medeverdachte 1] en [verdachte]. In Duitsland zijn wij door de politie gecontroleerd. Ik heb toen de naam opgegeven van de schoonvader van [medeverdachte 3] (het hof begrijpt: [betrokkene 12]).
14. Een als bijlage bij het proces-verbaal met nummer ZD-13 van 29 november 2005 [map 8, doorgenummerde pagina 2560 e.V.], in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13], gevoegde vertaling van een fax van 14 juli 2005 over de controle op 13 juli 2005 van de Jaguar van de Duitse politie te Bunde [map 8, doorgenummerde pagina 2591 e.v.].
Dit geschrift houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven:
Betreft controle Jaguar met Belgisch kenteken [MM-00-NN].
Vier personen, komend uit Nederland, worden op de BAB 280, afslag Bunde-West staande gehouden en gecontroleerd.
Bij de doorzoeking van de kofferruimte werden een plastic tas met schoenen, en een kleine blauwe sporttas aangetroffen. In de sporttas bevonden zich onder meer vier zelfgemaakte maskers, van zwarte stof (bivakmutsen).
In één van de vier maskers/bivakmutsen, was een rol tape gewikkeld. Tevens bevond zich in de sporttas een toilettas met daarin meerdere boren en schroevendraaiers.
15. Een als bijlage bij het proces-verbaal met nummer ZD-13 van 29 november 2005 [map 8, doorgenummerde pagina 2560 e.v.], in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13], gevoegd tapgesprek [map 8, doorgenummerde pagina 2586].
Deze bijlage houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 12-07-05 17:53:07.
Nummer 495
[verdachte] wgd [medeverdachte 3]
[verdachte]: Ik heb alles rond voor woensdagavond.
[medeverdachte 3]: Oke.
[verdachte]: Dat ene waar we naartoe moeten, wat ik in mijn gedachten heb.
[medeverdachte 3]: Ja, ja, ja.
[verdachte]: Je moet alleen even kijken of jij alles kan regelen voor woensdag, zodat we kunnen gaan "neuken".
[medeverdachte 3]: Goed.
[verdachte]: Dus het wordt nu meenens.
[medeverdachte 3]: Ja.
[verdachte]: Dus, er gaat "geneukt" worden.
16. Een als bijlage bij het proces-verbaal met nummer ZD-13 van 29 november 2005 [map 8, doorgenummerde pagina 2560 e.V.], in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13], gevoegd tapgesprek [map 8, doorgenummerde pagina 2654].
Deze bijlage houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 12-07-05 20:55:13.
Nummer 497
[verdachte] en [medeverdachte 3] (het hof begrijpt: [medeverdachte 3]).
[verdachte]: Kom in de loop van de dag, 's middags ergens.
[medeverdachte 3]: Morgenmiddag dus?
[verdachte]: Vergeet die spullen niet die er nodig zijn.
17. Een als bijlage bij het proces-verbaal met nummer ZD-13 van 29 november 2005 [map 8, doorgenummerde pagina 2560 e.v.], in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13], gevoegd tapgesprek [map 8, doorgenummerde pagina 2588].
Deze bijlage houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Tijdstip: 13-07-05 17:18:24.
Nummer 499
[verdachte] wgd [medeverdachte 3]
[verdachte]: Heb je de spullen geregeld/gereed?
[medeverdachte 3]: Dat heb ik.
[verdachte]: Alles?
[medeverdachte 3]: Ja, dat heb ik gedaan en ik kom koffie drinken want die jongen komt hier en dan gaan we samen koffie drinken."
7. Uit de bewijsmiddelen kan mijns inziens, zij het met enige moeite,worden afgeleid dat verdachte wist dat de Jaguar was gestolen. Op 12 juli 2005 wordt de Jaguar na een proefrit niet meer teruggebracht door medeverdachte [medeverdachte 4] (bewijsmiddel 8). Medeverdachte [medeverdachte 3] was bij de ontvreemding van de auto betrokken en heeft bovendien uit de mond van [medeverdachte 4] gehoord dat de auto gestolen was, bewijsmiddel 12. [Medeverdachte 3] belt diezelfde avond met verdachte en vertelt hem dat "alles rond is" (voor een geplande overval op woensdagavond 13 juli 2005), bewijsmiddel 15. Dat zegt uiteraard niet alles. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft echter volgens bewijsmiddel 5 onder meer verklaard: "Ik wist vanaf het begin dat we gingen rijden dat [medeverdachte 3] {[medeverdachte 3], Kn} gezegd had dat de Jaguar gestolen was en dat we in verband met vingerafdrukken overal vanaf moesten blijven". Daaruit kan afgeleid worden dat [medeverdachte 3] deze mededeling heeft gedaan aan alle op dat moment aanwezige personen, waaronder verdachte. Het oordeel van het Hof dat de verdachte er op het moment waarop hij samen met anderen de auto voorhanden kreeg, weet van had dat de auto van misdrijf afkomstig was is daarmee voldoende gemotiveerd.
8. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan art. 81 RO ontleende motivering. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
9. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
1 Deze zaak hangt samen met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 3] (nr. 07/12127) en [medeverdachte 4] (nr. 07/10893), in welke zaken ik heden eveneens concludeer.
2 Abusievelijk als feit 3 aangeduid.
Uitspraak 10‑02‑2009
Inhoudsindicatie
Conclusie AG over de bewezenverklaring van de wetenschap dat het goed van misdrijf afkomstig was. HR: 81 RO.
10 februari 2009
Strafkamer
nr. 07/11315
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 20 juli 2007, nummer 23/002282-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. M.J.C. Zuurbier, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt
daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, de vice-president A.J.A. van Dorst en de raadsheer J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 10 februari 2009.