HR, 23-12-2008, nr. 07/12213
ECLI:NL:HR:2008:BG3540
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23-12-2008
- Zaaknummer
07/12213
- LJN
BG3540
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2008:BG3540, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑12‑2008
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2008:BG3540
ECLI:NL:HR:2008:BG3540, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2008; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BG3540
- Vindplaatsen
Conclusie 23‑12‑2008
Inhoudsindicatie
Bewijsklacht. De bewezenverklaring kan niet zonder meer worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. De bewezenverklaring is dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
Nr. S 07/12213
Mr Jörg
Zitting 4 november 2008
Conclusie inzake:
[Verzoeker = verdachte]
1. Het gerechtshof te Arnhem heeft verzoeker bij arrest van 21 november 2006 wegens medeplegen(1) van diefstal door twee of meer verenigde personen met braak, meermalen gepleegd, en wegens deelneming aan een criminele organisatie veroordeeld tot 21 maanden gevangenisstraf. Voorts heeft het hof de onttrekking aan het verkeer van een inbeslaggenomen ploertendoder bevolen.
2. Namens verzoeker heeft mr. A. Lina, advocaat te Venlo, een schriftuur ingezonden houdende twee middelen van cassatie.
3. Het eerste middel klaagt dat het hof de beslissing dat feit 1 door verzoeker is begaan niet heeft doen steunen op bewijsmiddelen houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Met name wordt gesteld dat "het enkel (curs. v. NJ) aantreffen van tubes tandpasta in de woning van requirant niet redengevend kan zijn voor het bewijs dat verzoeker medepleger is.
4. Het middel is ondeugdelijk reeds omdat er meer bewijs is dan de aanwezigheid van een grote hoeveelheid tubes tandpasta die de betrokkenheid van verzoeker bij de ladingdiefstal ondersteunt. Ik noem:
- de tapgesprekken (bewijsmiddel 21) waaraan verzoeker heeft deelgenomen en die gaan over de plaats waar een - gestolen, naar wij weten, b.m. 12 - lading "bomvol tandpasta" moet worden gelost;
- de unieke samenstelling van de lading (b.m. 18), die wordt weerspiegeld in de vondst in de woning van verzoeker (b.m. 17);
- de verklaring van verzoeker dat niet hij de boodschappen doet, maar zijn vrouw (b.m. 19), terwijl zijn vrouw zich "slecht kan voorstellen" dat zij een voorraad van 17 tubes tandpasta heeft gekocht (b.m. 20).
5. Het middel is verder een herhaling van zetten van het appèl. Geen nieuwe gezichtpunten dus. De bewijsmiddelen ondersteunen de bewezenverklaring in voldoende mate - de bewezenverklaring is dus begrijpelijk -; van een onjuiste opvatting over het bewijsrecht getuigt het oordeel van het hof niet.
6. Het tweede middel klaagt dat de bewezenverklaring van de feiten 2, 7 en 8 niet steunt op de bewijsmiddelen, aangezien deze niets inhouden aangaande de betrokkenheid van verzoeker bij genoemde feiten.
7. Zó gesteld is het middel tot mislukken gedoemd aangezien "betrokkenheid bij tenlastegelegde feiten" een zó vage omschrijving is dat daaraan al snel voldaan is. Ik wil het middel echter welwillend lezen en dit verstaan als: een betrokkenheid die voldoet aan wat strafbaar medeplegen minimaal vereist.
8. Het hof heeft bewezen geacht dat verzoeker de ten laste gelegde feiten 2, 7 en 8 heeft begaan, namelijk dat:
"2. hij op of omstreeks 27 juni 2004 in de gemeente Beuningen tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf een bedrijfsterrein aan [G] heeft weggenomen drie opleggers en printers/kopieerapparaten, respectievelijk geheel of ten dele toebehorende aan het transportbedrijf [H], waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot dat bedrijfsterrein heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak.
7. hij in of omstreeks het weekend van 12-14 juni 2004 te Elsloo, gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf [A] heeft weggenomen een trailer en/of 18750, althans een hoeveelheid flessen wijn, respectievelijk geheel of ten dele toebehorende aan [B] en/of [C].
8. hij op in de periode van 01 juli 2003 tot en met 05 juli 2004 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of door middel van braak of verbreking of een valse sleutel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening wegnemen van trekkers, opleggers, vrachtauto's met daarbij behorende inhoud, welke geheel of ten dele toebehoorden aan anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)."
9. Blijkens de Aanvulling op het bestreden arrest heeft het hof in het bijzonder ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde de bewijsmiddelen 23 tot en met 32 (zoals genummerd in de Aanvulling) voor het bewijs gebezigd. De steller van het middel is van mening dat uit deze bewijsmiddelen de betrokkenheid van verzoeker bij feit 2 niet blijkt.
10. Naar mijn mening komt inderdaad het medeplegen van verzoeker bij de diefstal van de opleggers en de printers en kopieerapparaten vanaf het bedrijfsterrein aan [G] te Beuningen nogal marginaal uit de verf. De enige bewijsmiddelen die daarvoor rechtstreeks zouden kunnen dienen zijn de bewijsmiddelen 25, 26 en 32.
11. Bewijsmiddel 25 bevat twee GSM-gesprekken en vijf SMS-berichten tussen verzoeker en respectievelijk [betrokkene 2] (1x), [betrokkene 5] (1x) en [betrokkene 1] (5x) waarvan één gesprek duidelijk te verbinden is met "opleggers", zij het dat een ander dan verzoeker op de achtergrond dit woord in zijn mond neemt. Dat het code-taal is kan waar zijn, maar de duiding ervan wordt in de bewijsmiddelen niet aangegeven. Bewijsmiddel 25 eindigt met het resumé dat de GSM van [betrokkene 1] zich op 22 juni 2004 om 22.11 uur in de omgeving van [G] te Beuningen heeft bevonden, hetgeen in de directe omgeving van de locus delicti is, namelijk de parkeerplaats van de drie gestolen opleggers. De diefstal van die opleggers heeft echter tussen 26 juni 2004 en 27 juni 11.00 uur plaats gevonden. Bewijsmiddel 26 verbaliseert de locatie van de GSM van [betrokkene 1] nog eens, met als tijdsaanduiding 22.11.00 uur. Een datum wordt niet vermeld, maar als we dit met het resumé moeten verbinden komen we op dezelfde niet kloppende datum uit. Het zou kunnen zijn dat hier sprake is van een tikfout, en dat gedoeld wordt op het vijfde GSM-tapgesprek van bewijsmiddel 25, d.d. 26 juni 2004. Deze datum valt in het tijdvak van de diefstal. De locus telephonicus klopt dan ongeveer met de locus delicti. Bewijsmiddel 32 verhaalt dat "[verdachte] van de [l-straat] in [plaats G]" - dat moet verzoeker zijn - op 2 juni (volgens het hof op 1 juni 2004) twee vrachtauto's gehuurd heeft. Deze vrachtauto's zijn door drie personen opgehaald, waaronder [betrokkene 3] en [betrokkene 6]. Dat deze beide heren zich op 1 juni 2004 met het vervoer van de gestolen printers en kopieermachines hebben bezig gehouden volgt uit de bewijsmiddelen 29, 30 en 31. Tenslotte zou bewijsmiddel 1 nog van belang kunnen zijn, waarin [verbalisant 1], brigadier van politie te Deventer, vermeldt dat uit de informatie en de onderzoeksresultaten van het Maatjesteam naar voren is gekomen dat de groepering [verdachte], [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] zich vanaf 1 juli 2003 veelvuldig aan ladingdiefstal hebben schuldig gemaakt. Een afzonderlijk bewijsmiddel dat de `informatie' aan [verdachte] koppelt ontbreekt echter.
12. Via een ketenbewijsconstructie vanuit feit 1 zou het bewijs waaraan feit 2 is opgehangen nog juist voldoende kunnen zijn, omdat niet voor twijfel vatbaar is dat verzoeker bij de tandpastadiefstal betrokken is geweest en de modus operandi dezelfde blijkt te zijn met dezelfde betrokkenen ([betrokkene 1], [betrokkene 3], [betrokkene 6], [betrokkene 5]). Voor strafbaar medeplegen is niet vereist dat een verdachte feitelijk bij de uitvoering van het delict betrokken is; voldoende is het vervullen van een rol op de achtergrond die meer omvat dan medeplichtigheidshandelingen. In casu: het op de hoogte worden gehouden van het succes van de ladingdiefstal en het enkele dagen later huren van vrachtwagens voor het afvoeren van de buit door anderen. Dit wat feit 2 betreft.
13. Over het bewijs van feit 7 kan ik kort zijn: daarvoor is mijns inziens inderdaad te weinig bewijs. De diefstal is gepleegd op [A] te Elsloo, gemeente Stein, tussen 12 juni 07.00 en 14 juni 05.00 uur. De gestolen oplegger werd op 9 juli 2004 aangetroffen in Blerick. De gestolen lading werd op 6 juli teruggevonden in een door eerder genoemde [betrokkene 3] op 7 juni gehuurde loods in [plaats A]. Eerder genoemde [betrokkene 6] was bij het uitladen betrokken. Bewijs van het medeplegen van verzoeker hierbij zou voortvloeien uit de sms-contacten van verzoeker met [betrokkene 2] op 13 juni 2004. De sms-berichten tussen verzoeker en [betrokkene 2] zijn voor wat de GSM van [betrokkene 2] betreft op 13 juni 2004 tussen 18.03 en 19.53 uur verzonden vanuit [plaats F t/m K]. De paalgegevens van de GSM van [betrokkene 2] wijzen uit dat deze GSM op 13 juni 2004 tussen 18.06 en 19.53 uur contact heeft gemaakt met zendmasten te [plaats H t/m L]. Vermeld wordt dat de paallocaties te [plaats J] op een afstand van 17 respectievelijk 16 km afstand van de locus delicti zijn gelegen. So what?
14. Noch de inhoud van de sms-berichten hebben in de bewijsvoering een duiding gekregen noch is een duiding gegeven aan de omzwervingen van de GSM van [betrokkene 2]. Dat lijkt mij rijkelijk te weinig om van betrokkenheid van [betrokkene 2] bij de diefstal, laat staan van strafbaar medeplegen van verzoeker bij de diefstal van de lading wijn te kunnen spreken - hoewel ik moet zeggen dat het sms-bericht "3.29 kosten ze" heel goed naar het prijskaartje van een fles rosé van het merk Vinos Rosario Bullas rsdo 2003 zou kunnen verwijzen.(2)
15. Het middel is in zoverre gegrond.
16. Over feit 8 - deelneming aan een criminele organisatie - wordt in de toelichting verder niet gerept, zodat ik het er voor houdt dat de klacht hier meedeint met de klachten tegen de bewijsvoering ter zake van de feiten 2 en 7. Aangezien geen
specifieke verwijzing naar de wijndiefstal in de bewezenverklaring is opgenomen blijft de klacht op dit punt zonder gevolg.
18. Ambtshalve gronden waarop Uw Raad de aangevallen beslissing zou moeten vernietigen heb ik niet aangetroffen.
19. Deze conclusie strekt tot gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof om ten aanzien van feit 7 opnieuw te worden berecht, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G
1 In de Aanvulling d.d. 19 september 2007 verbeterd in: diefstal door twee of meer verenigde personen.
2 http://www.[...]
Uitspraak 23‑12‑2008
Inhoudsindicatie
Bewijsklacht. De bewezenverklaring kan niet zonder meer worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. De bewezenverklaring is dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
23 december 2008
Strafkamer
nr. 07/12213
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 21 november 2006, nummer 21/001555-05, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.C.J. Lina, advocaat te Venlo, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof om ten aanzien van feit 7 opnieuw te worden berecht, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1. Het middel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring van het onder 7 tenlastegelegde feit ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.1. Ten laste van de verdachte is onder 7 bewezenverklaard dat:
"hij in of omstreeks het weekend van 12-14 juni 2004 te Elsloo, gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanaf [A] heeft weggenomen een trailer en/of 18750, althans een hoeveelheid flessen wijn, respectievelijk geheel of ten dele toebehorende aan [B] en/of [C]."
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Uit de informatie en de onderzoeksresultaten die gedurende het onderzoek van het Maatjeteam is naar voren gekomen dat de groepering [verdachte], [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [betrokkene 3] zich vanaf 1 juli 2003 in georganiseerd samenwerkingsverband veelvuldig schuldig heeft gemaakt aan het plegen van diefstallen en/of oplegger met ladingen. [Betrokkene 3], [betrokkene 1] en [betrokkene 2] gingen gezamenlijk op 'pad' om een interessante lading op te zoeken. De loodsen werden gehuurd door [betrokkene 3]."
b. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 4]:
"Op 4 juni 2004 kwam er een man, naar later bleek genaamd [betrokkene 3], bij mij op kantoor aan de [a-straat] te [plaats A]. Hij informeerde bij mij naar het huren van een opslagloods. [Betrokkene 3] vertelde mij dat hij bezig was met een startend bedrijf, een koeriersbedrijf, genaamd [D] te [plaats A]. Ik ben toen overeengekomen om een loods te verhuren welke gevestigd is aan de [a-straat 1] te [plaats A]."
c. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3]:
"Ik huur sinds 7 juni 2004 een loods in [plaats A]. Ik heb deze loods gehuurd omdat ik een koeriersbedrijf voor mijzelf wilde beginnen. Ik heb mij ook laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel onder de naam [E]. Het bedrijf was ook bestemd als op- en overslagbedrijf van goederen. Ik heb de loods gehuurd van ene [betrokkene 4] wonende te [plaats A]. Ik beur per auto die in de loods geloodst wordt 1000 euro."
d. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:
"Ik weet dat [betrokkene 3] (het hof begrijpt: [betrokkene 3]) een loods heeft in [plaats A]."
e. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 5]:
"De tweede keer dat ik in de loods in [plaats A] kwam, was ik daar met [betrokkene 6] (het hof begrijpt [betrokkene 6]). Ik heb samen met [betrokkene 6] de trailer gelost. Op maandag na het voetbal van Zweden ben ik naar de loods gegaan in [plaats A]. Ik kwam daar aan en zag een witte vrachtwagen in de loods staan. [Betrokkene 3] (het hof begrijpt [betrokkene 3]) en [betrokkene 6] waren al in de loods. Ik ben later weer teruggekomen. In de loods stond die witte vrachtwagen en buit. Ik ben in de vrachtwagen gestapt en ben naar [plaats C] gereden."
f. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Op 6 juli 2004 werd een doorzoeking gehouden in perceel [a-straat 1] te [plaats A]. In een dressoir stond een Heineken bierkrat. Ik zag dat zich in het krat drie lege Heineken bierflessen bevonden. Op een bierflesje (uit genoemde krat) werd door mij een dactyloscopisch spoor zichtbaar gemaakt. Het bierflesje werd op de voorgeschreven wijze bemonsterd en voorzien van een uniek DNA-identiteitszegel. Het aangetroffen dactyloscopisch spoor zal voor onderzoek worden aangeboden aan de KLPD, Unit dactyloscopie en Identificatie te Zoetermeer."
g. een schrijven van [verbalisant 3], waarnemend hoofd van de Unit Dactyloscopie en Identificatie, voor zover inhoudende:
"Op 27 juli 2004 ontvingen wij het verzoek tot het instellen van een dactyloscopisch onderzoek met de navolgende gegevens:
Contactpersoon: [verbalisant 2]
Datum: 06-07-2004
Adres: Pand [a-straat 1], [plaats A]
Benadeelde: onbekend
Ontvangen: 2 zwarte foliën en 1 aandachtsvestiging
De uitslag van het ingestelde dactyloscopisch onderzoek is als volgt:
Het spoornummer 2, aangetroffen op "bierflesje (loods [plaats A])" is geïdentificeerd op een afdruk van de linkerduim voorkomend op het vingerafdrukkenblad ten name van [betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats]."
h. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Waarnemingen m.b.t. loods [plaats A]:
Op woensdag 30 juni 2004 te 12:39:00 uur zagen opsporingsambtenaren van het observatieteam Limburg-Noord o.a. dat een Fiat Brava gekentekend [AA-00-BB] met daarachter gekoppeld een aanhangwagen van 'Boels', via een geopende witte rolpoort, achteruit een loods werd binnengereden. Deze loods is gevestigd te [plaats A], [a-straat 1].
Te 12:42:00 uur werd gezien dat [betrokkene 3] als bestuurder van een heftruck naar een naastgelegen bedrijf reed en vervolgens te voet kwam aangelopen en in de Fiat Brava stapte en wegreed.
Op donderdag 1 juli 2004 doen opsporingsambtenaren van het observatieteam BR-NON de navolgende waarnemingen:
Bij en in de loods te [plaats A], aan de [a-straat 1], wordt [betrokkene 3] gezien alsmede twee personen die een vrachtauto besturen. (Uit tapgegevens en verklaringen blijken dit [betrokkene 5] en [betrokkene 6] te zijn). Betreffen twee vrachtauto's gehuurd bij [F] te [plaats B].
De ene vrachtauto wordt naar binnen gereden en de andere blijft buiten staan.
Omstreeks 13:05 uur rijdt [betrokkene 3] een heftruck de loods in.
Omstreeks 13:23 uur wordt de ene vrachtauto naar buiten gereden en de andere door [betrokkene 3] naar binnen gereden.
Omstreeks 13:41 uur vertrekken beide vrachtauto's alsmede de Mercedes gekentekend [CC-00-DD] met [betrokkene 3] als bestuurder. De beide vrachtauto's worden naar een loods, gelegen aan de [b-straat] te [plaats C] gereden.
Omstreeks 14:58 uur vertrekken beide vrachtauto's weer.
Omstreeks 15:36 uur arriveren beide vrachtauto's weer bij de loods aan de [a-straat 1] te [plaats A]. Een van beide vrachtauto's wordt binnen geparkeerd en de andere blijft buiten staan. Later wordt dit omgewisseld.
Omstreeks 16:16 uur wordt ook de andere vrachtauto in de loods gereden.
Omstreeks 16:37 uur komt een Volkswagen Golf gekentekend [EE-00-FF] bij de loods waarin onder andere [verdachte] naast de bestuurder zit. Er wordt uitgestapt.
Omstreeks 16:45 uur wordt door meerdere personen in de Volkswagen Golf ingestapt, waaronder [verdachte], en weggereden.
Op vrijdag 2 juli 2004 doen opsporingsambtenaren van het observatieteam Limburg-Noord de navolgende waarnemingen:
Omstreeks 12:08 uur wordt de vrachtauto gekentekend [GG-00-HH], gehuurd bij [F] te [plaats B], geparkeerd bij de loods in [plaats A].
Omstreeks 12:17 uur wordt de vrachtauto gekentekend [II-00-JJ], gehuurd bij [F] te [plaats B], geparkeerd bij de loods te [plaats A].
Omstreeks 12:18 uur wordt de ene vrachtauto naar binnen gereden in de loods aan de [a-straat 1] te [plaats A].
Omstreeks 12:45 uur werd de ene vrachtauto naar buiten gereden uit de loods en de andere naar binnen.
Omstreeks 13:02 uur vertrokken beide vrachtauto's vanaf de loods aan de [a-straat 1] te [plaats A].
Aan de hand van door het team beschikbaar gestelde foto's werden [betrokkene 6] en [betrokkene 5] herkend als zijnde de bestuurders van deze twee vrachtauto's."
i. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 4], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Met machtiging van de rechter-commissaris en op bevel van de officier van justitie werden diverse telefoongesprekken afgeluisterd en opgenomen, onder andere gevoerd via de telefoonnummers: 06-[001] (in gebruik bij [betrokkene 1]), 06-[002] (in gebruik bij [verdachte]) en 06-[003] (in gebruik bij [betrokkene 3]).
16-05-2004 te 10:02:00 uur: (gespreksnummer: [004])
SMS-bericht van nr: 06-[001] in gebruik bij [betrokkene 1] naar nr: 06-[005] in gebruik bij [betrokkene 7] (ex-vrouw van [betrokkene 1])
Inhoud bericht: We moeten een nieuwe vrachtwagen pakken ik zie je straks xxx
16-05-2004 te 21:20:46 uur (gespreksnummer [006])
[betrokkene 7] (ex-vrouw van [betrokkene 1]) belt met nr. 06-[005] naar [betrokkene 1]
Op nr: 06-[001].
Inhoud: [betrokkene 7] belt [betrokkene 1]. Ze hebben onderling ruzie. [Betrokkene 1] komt niet meer thuis.
Dan letterlijk:
[betrokkene 7]: Ik ga vertellen dat jij vrachtwagens schoept (het hof begrijpt: het Limburgse woord schoepen betekent stelen). Dat vertel ik.
[betrokkene 1]: Je kunt zeggen wat je wilt.
[betrokkene 7]: Ik heb de bewijzen hier thuis liggen.
[betrokkene 1]: Zorg dat het geld morgen klaar ligt.
[betrokkene 7]: En ik heb het geld van de auto eraf gehaald en ik ga dinsdag naar de politie toe, zonder jou en zonder [betrokkene 8] en ik luis je erin.
[betrokkene 1]: Jij krijgt spijt.
17-05-2004 te 07.43.37 uur (gespreksnummer [007])
[Betrokkene 9], vriendin van [betrokkene 2] ([008]) belt naar [betrokkene 2] 06-[009].
In dit gesprek hebben ze woorden met elkaar. [Betrokkene 9] verwijt [betrokkene 2] dat hij geld stiekt dat hij dan toevallig heeft. Tevens verwijt ze hem: "Met je ongure zaakjes, waarmee je al jaren bezig bent. Waar ik iedere keer van vraag: Schei er toch eens mee uit. Zo kan je toch geen leven mee opbouwen."
j. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 4], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Op maandag 14 juni 2004 werd door [betrokkene 10], aangifte gedaan namens [B], [c-straat 1] te [plaats D] en [C], [d-straat 1] te [plaats E] van diefstal van een trailer, vanaf een voor het publiek toegankelijke parkeerplaats op [A], ter hoogte van nummer 139 te Elsloo in de gemeente Stein. De diefstal werd gepleegd in de periode van zaterdag 12 juni 2004 te 07.00 uur tot maandag 14 juni te 05.00 uur. De weggenomen trailer was blauw van kleur en voorzien van het kenteken [KK-00-LL]. De oplegger was beladen met 18750 flessen wijn, type Rose Vinos Rosario Bullas Rsdo 2003. De gestolen oplegger, kenteken [KK-00-LL] werd op 9 juli 2004 teruggevonden op de parkeerplaats van het industrieterrein Trade Port, Columbuisweg te Bleric, Texaco-tankstation. In de trailer werd een doos met enkele flessen wijn van het merk Vinos Rosario Bullas en gebroken flessen van dat merk aangetroffen."
k. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 10]:
"Op 14 juni 2004 kwam in het politiebureau te Stein [betrokkene 10], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951, wonende te [woonplaats] en deed aangifte van diefstal van een trailer en verklaarde het volgende:
Ik ben namens de benadeelde [B] te [plaats D] en [C] te [plaats E], gerechtigd aangifte te doen. Tussen zaterdag 12 juni 2004 te 07.00 uur en maandag 14 juni te 05.00 uur werd op [A] ter hoogte van nummer 139 te Elsloo, binnen de gemeente Stein een trailer gestolen. Deze trailer heeft het kenteken [KK-00-LL]. De trailer is blauw van kleur. Zowel op de zijkanten als de achterkanten staat de naam van de eigenaar van voornoemde trailer. Deze naam staat in witte letters omgeven door een rode rand op het zeil, op de zijkant van de trailer. Op de achterzijde staat de opdruk [B] in witte letters en tevens huur, lease en huurkoop. Tevens staat op zowel de voor als de achterzijde van de trailer van boven naar beneden het nummer [011]. Dit cijfer staat in grote cijfers van ongeveer 10 centimeter per cijfer. Op zaterdag 12 juni 2004 omstreeks 07:00 uur parkeerde ik de voornoemde trailer op de parkeerplaats nabij tankstation Keulen. Ik zette de trailer naast de oprit naar het tankstation meteen aan de rechterzijde, met de achterzijde van de trailer naar de straat gericht.
Voornoemd tankstation ligt op het [A] te Elsloo. Ik koppelde het voertuig af en ging weg. Het voertuig was niet afgesloten door middel van een zogenaamde kingpinslot. Met een kingpinslot sluit je uit dat de trailer aangekoppeld kan worden. Toen ik op maandag 14 juni 2004 omstreeks 05:00 uur de trailer weer ging ophalen zag ik dat de trailer weg was. Ik ben toen meteen naar het tankstation gegaan om te vragen of iemand van het personeel iets gezien had, maar dit bleek niet het geval te zijn.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Het betreft een trailer met kenteken [KK-00-LL] waarvan de eigenaar is [B], [c-straat 1], [plaats D] met als inhoud 18.750 flessen Rose Wijn vinos Rosario Bullas rsdo 2003 waarvan de eigenaar is [C], [plaats E]."
l. een geschrift, zijnde een lijst van de in de loods, gelegen aan de [a-straat 1] te [plaats A] op 6 juli 2004 inbeslaggenomen voorwerpen, voor zover inhoudende:
"BULAS Rose wine vinos Rosario 13 pallets à 125 dozen."
m. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3]:
"Ik huur sinds 7 juni 2004 een loods in [plaats A]. Op dit moment staan er goederen in de loods opgeslagen waaronder wijn. Ik geloof dat het in totaal 24 pallets wijn zijn. De goederen die in de loods staan, staan daar ongeveer drie weken. Ik beur per auto die in de loods gelost wordt ongeveer 1000 euro."
n. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 6]:
"Ik wil nader verklaren over twee door mij gestolen trailers in de loods in [plaats A].
[Betrokkene 3] (het hof begrijpt: [betrokkene 3]) kwam op een maandagmorgen bij mij en vroeg mij of ik interesse had om een vrachtwagen samen met [betrokkene 5] te lossen. Ik vond het goed en ben bij hem in de auto gestapt. We hebben [betrokkene 5] opgehaald en zijn naar de loods in [plaats A] gereden. [Betrokkene 3] maakte de loods open. In de loods zag ik een oplegger waarvan het zeil al opengeschoven was. [Betrokkene 5] en ik hebben uit de trailer een paar uren lang dozen met wijn gelost. Op een gegeven moment hebben we [betrokkene 3] gebeld en we hebben hem gezegd dat hij een heftruck moest huren. [Betrokkene 3] heeft op de naam van zijn bedrijf een heftruck en een palletwagen gehuurd. [Betrokkene 5] is op de heftruck gaan zitten en ik heb met de pompwagen de pallets met wijn aan de kant gezet. [Betrokkene 3] was er de hele tijd bij. Toen we klaar waren heeft [betrokkene 3] ons naar huis gebracht. Ik heb voor het lossen 50 euro gekregen."
o. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 4], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Gegevens uit onderzoek telecommunicatie
Op zondag, 13 juni 2004 te 18.03 uur een sms-bericht van het toestel van [verdachte] uit naar het toestel van [betrokkene 2] inhoudende: "Over 20 min daar bedoel je".
Gsm van [betrokkene 2] op locatie [e-straat] te [plaats F].
Te 18.06 uur uitgaand sms-bericht van de gsm van [betrokkene 2] naar de gsm van [verdachte] inhoudende:"Kom nu maar".
Gsm [betrokkene 2] op de locatie [f-straat 1] te [plaats G].
Te 18.08 uur inkomend sms-bericht van de gsm van [verdachte] naar de gsm van [betrokkene 2] inhoudende: "Ok". Gsm van [betrokkene 2] op de locatie [g-straat 1] te [plaats H].
Te 19.03 uur inkomend sms-bericht van gsm van [verdachte] naar gsm van [betrokkene 2] inhoudende: "5 min weet ik het".
Locatie van gsm [betrokkene 2]: [h-straat] te [plaats I].
Te 19.15 uur uitgaand sms-bericht van het toestel van [betrokkene 2] naar het toestel van [verdachte] inhoudende: "na was los".
Locatie gsm van [betrokkene 2]: [i-straat] te [plaats J].
Te 19.20 uur inkomend sms-bericht van de gsm van [verdachte] naar de gsm van [betrokkene 2] inhoudende: "Ik weet het zo als wil het kunnen vinden".
Locatie gsm van [betrokkene 2]: [j-straat] te [plaats K].
Te 19.26 uur tot 19.48 uur 5 sms-berichten van gsm [betrokkene 2] naar gsm van [verdachte] inhoudende: "3.29 kosten ze".
Te 19.48 uur inkomend sms-bericht van de gsm van [verdachte] naar de gsm van [betrokkene 2]
inhoudende:"Koop maar als het niet anders wil pikie van me".
Locatie gsm van [betrokkene 2]: [k-straat 1] te [plaats L].
Te 19.53 uur uitgaand sms-bericht van de gsm van [betrokkene 2] naar de gsm van [verdachte] inhoudende."Ok [...]".
Locatie van de gsm van [betrokkene 2]: [l-straat 1] te [plaats J].
Te 22.01 uur een uitgaande sms van de gsm, i.g.b., [betrokkene 2] naar de gsm, i.g.b. [betrokkene 3], inhoudende: "MORG HOEF NIET BEL JE WEL ALS OK".
Op zondag, 13 juni 2004 werd de bij de verdachte [betrokkene 2] in gebruik zijnde mobiele telefoon, 06-[009], gelokaliseerd op de volgende mastlocaties:
- 18.06 uur: [g-straat 1] te [plaats H]
- 19.03 uur: [h-straat 1] [plaats I]
- 19.15 uur; [i-straat] [plaats J]
- 19.20 uur: [m-straat 1] [plaats K]
- 19.48 uur: [k-straat 1] [plaats L]
- 19.53 uur: [l-straat 1] [plaats J]
De belcontacten bestonden gedurende deze route slechts uit sms-contacten met de bij de verdachte [verdachte] in gebruik zijnde mobiele telefoon, 06-[012].
De paallocaties te [plaats J] zijn gelegen op een afstand van 17 respectievelijk 16 km van de plaats van diefstal van de oplegger. Volgens opgave van de routeplanner Easy Travel staat hiervoor een reistijd per motorvoertuig van ongeveer 23 minuten."
2.3. De hiervoor onder 2.2.1 weergegeven bewezenverklaring kan niet zonder meer worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. De bewezenverklaring is dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Voor zover het middel daarover klaagt, is het terecht voorgesteld.
3. Beoordeling van de middelen voor het overige
De middelen kunnen voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 7 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 23 december 2008.