NJB 2008, 2129
HR, 04-11-2008, nr. S 07/10575 P
HR 04-11-2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0260
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 2008
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Van Schendel en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
S 07/10575 P
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BF0260
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BF0260, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BF0260, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑2008
- Wetingang
Essentie
Ontnemingszaak (€ 1 222 000)
Het eerste middel bevat de klacht dat de berechting van de betrokkene, zowel wat betreft de duur van het geding in het algemeen als in de cassatiefase, niet heeft plaatsgevonden binnen de redelijke termijn van art. 6 EVRM.
De Hoge Raad stelt voorop dat niet valt uit te sluiten dat in bijzondere gevallen de totale duur van het geding zodanig is dat een inbreuk op art. 6 lid 1 EVRM moet worden aangenomen, ook al is de redelijke termijn in de afzonderlijke fasen niet overschreden. Maar in deze zaak is niet aangevoerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.