RvdW 2008, 495
HR, 22-04-2008, nr. 07/10591 Hs
HR 22-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC9637
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/10591 Hs
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC9637
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC9637, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC9637, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2008
- Wetingang
Sv art. 457 lid 1 sub 2
Essentie
De Hoge Raad neemt aan dat in de gevallen waarin in de periode van september 1997 tot en met maart 2006 een geuridentificatieproef door de geurhondendienst Noord- en Oost-Gelderland in een strafzaak is uitgevoerd, dit onderzoek — behoudens concrete aanwijzingen van het tegendeel — heeft plaatsgevonden in strijd met het voorschrift dat de hondengeleider de volgorde van de geurdragers niet kent. Dat brengt mee dat ervan moet worden uitgegaan dat het resultaat van die geuridentificatieproef in die gevallen niet als voldoende betrouwbaar kan gelden. Daarom moet in deze gevallen worden aangenomen dat het resultaat van de geuridentificatieproef niet zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.