NJB 2008, 301
HR, 08-01-2008, nr. 00156/07 B
HR 08-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7683
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 januari 2008
- Magistraten
Mrs. Corstens, Balkema, De Savornin Lohman, Van Schendel en De Hullu
- Zaaknummer
00156/07 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BB7683
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB7683, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB7683, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑01‑2008
- Wetingang
Sv art. 552a
Essentie
De rechtbank had het door klaagster (een NV) ingediende beklag strekkende tot teruggave aan haar van het onder een ander inbeslaggenomen geldbedrag tot een waarde van € 19 000 ongegrond verklaard, hoewel zij van oordeel was dat de afgifte van dat geldbedrag aan de rechthebbende(n) redelijk en maatschappelijk niet onverantwoord was, omdat de klaagster (een NV) ‘tot op heden niet heeft aangetoond buiten redelijke twijfel als rechthebbende op het geldbedrag te moeten worden aangemerkt’.
Het middel waarin wordt aangevoerd dat de rechtbank bij de beoordeling van het klaagschrift een onjuiste maatstaf heeft aangelegd, is terecht voorgesteld omdat, indien de andere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.