JOL 2007, 844
HR, 11-12-2007, nr. 02318/06
HR 11-12-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB4849
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02318/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BB4849
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB4849, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB4849, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2007
Essentie
Heling in geval de dader het misdrijf waardoor het goed is verkregen heeft uitgelokt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 2 juni 2006, nummer 21/003301-04, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Zwolle van 18 mei 2004 — de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder 1 primair tenlastegelegde en hem voorts ter zake van 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.