HR, 11-12-2007, nr. 02318/06
ECLI:NL:PHR:2007:BB4849
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11-12-2007
- Zaaknummer
02318/06
- LJN
BB4849
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2007:BB4849, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2007; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BB4849
ECLI:NL:PHR:2007:BB4849, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2007
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2007:BB4849
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2007
- Vindplaatsen
NJ 2008, 438 met annotatie van P. Mevis
NJ 2008, 438 met annotatie van P.A.M. Mevis
Uitspraak 11‑12‑2007
Inhoudsindicatie
Opzetheling, door misdrijf verkregen voorwerp, art. 416 Sr. Verdachte is (o.m.) veroordeeld voor opzetheling van vrachtauto’s. Weliswaar valt in art. 416.1 Sr niet te lezen dat degene die opzettelijk een door misdrijf verkregen voorwerp verwerft of voorhanden heeft dan wel een andere in die bepaling genoemde gedraging verricht, slechts dan als schuldig aan heling kan worden gestraft indien het misdrijf waardoor het voorwerp is verkregen door een ander is gepleegd, doch krachtens het begrip van heling - een begunstigingsmisdrijf - moet worden aangenomen dat de omstandigheid dat iemand een helingshandeling als genoemd in gemeld wetsartikel begaat t.a.v. een voorwerp dat hij zelf door enig misdrijf heeft verkregen, aan diens veroordeling wegens heling in de weg staat. Indien dit laatste uit het onderzoek ttz. aannemelijk wordt, is een veroordeling t.z.v. uitgesloten (o.m. HR LJN AD5149). Een veroordeling t.z.v. heling is niet is uitgesloten indien het gaat om uitlokking van bedoeld misdrijf (HR DD 91.314). I.c. dwingt de inhoud van de bewijsmiddelen niet tot de gevolgtrekking dat het verdachte zelf is geweest die de vrachtauto's door diefstal heeft verkregen maar laat de gevolgtrekking toe dat verdachte de diefstal van de vrachtauto's op de in art. 47.1.2° Sr bedoelde wijze heeft uitgelokt.
11 december 2007
Strafkamer
nr. 02318/06
SY/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 2 juni 2006, nummer 21/003301-04, in de
strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Zwolle van 18 mei 2004 - de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder 1 primair tenlastegelegde en hem voorts ter zake van 1 subsidiair (onder A en B) "medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd" en 2. "als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven" veroordeeld tot dertig maanden gevangenisstraf, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het bestreden arrest zal vernietigen en de zaak zal terugwijzen naar het Gerechtshof te Arnhem dan wel verwijzen naar een aangrenzend Gerechtshof, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
3. Bewezenverklaring en gebezigde bewijsmiddelen
3.1. Ten laste van de verdachte is - voor zover in cassatie van belang - onder 1 bewezenverklaard dat:
"A:
hij in de periode van 27 juni 2003 tot 30 juni 2003 in de gemeente Hengelo (O) en/of Deventer tezamen en in vereniging met een ander of anderen een vrachtauto, merk Mercedes, type 2426 voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven van die vrachtauto wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
B:
hij in de periode van 25 juni 2003 tot 30 juni 2003 in de gemeente Hengelo (O) en/of Almelo tezamen en in vereniging met een ander of anderen een vrachtauto (kenteken [AA-00-AA]) voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven van die vrachtwagen wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof."
3.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
1. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Door een regionaal rechercheteam is een onderzoek ingesteld naar een criminele organisatie die zich bezig hield met de diefstal en heling van vrachtauto's in binnen- en buitenland. Tijdens een onderzoek werd te Hengelo (O) een loods ontdekt, die werd gebruikt voor het strippen van gestolen vrachtwagens. In dit onderzoek werden een aantal personen aanhouden die betrokken waren bij de diefstallen en het strippen van de vrachtwagens. Vanaf augustus 2002 werd regelmatig informatie aangeleverd dat [betrokkene 1] en zijn zoon [betrokkene 2] betrokken waren bij diefstallen en het strippen van vrachtwagens.
Uit het onderzoek kan gesteld worden dat [verdachte] een groep vormt met personen waarover hij de leiding voert. Met [betrokkene 3], de vriend van zijn dochter, benadert hij [betrokkene 6] en diens zoon [betrokkene 7]. Er wordt een loods gehuurd in Lettele. [Betrokkene 9], [betrokkene 10], [betrokkene 12] en [betrokkene 13] treden op als stelers van de auto's. [Betrokkene 7] en [betrokkene 3] zijn de personen die de auto's uit elkaar branden. In sommige gevallen krijgen ze daarbij assistentie van de stelers van de auto's. Het transport werd geregeld door [betrokkene 7], [betrokkene 3], [betrokkene 6] en [verdachte]. De verkoop werd geregeld door [verdachte] en [betrokkene 6]. Als er problemen ontstaan met de opkoper moet er een nieuwe gezocht worden. Op dat moment komen [betrokkene 1] en diens zoon [betrokkene 2] in beeld. [Betrokkene 2] regelt vanaf dat moment het vervoer en de verkoop.
Als de loods in Lettele wordt opgegeven worden er loodsen in Hengelo (O) en Dinxperlo gehuurd en worden daar de activiteiten voortgezet."
2. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:
"Met betrekking tot de inval in de loods in Hengelo kan ik verklaren dat ik door [betrokkene 2] ben gebeld en vervolgens naar de loods ben gereden.
Ik ben enige keren mee geweest naar Friesland. De reden dat ik meeging was omdat ik de nodige mensen in Friesland kende.
In de loods in Dinxperlo ben ik één keer geweest. Ook ben ik slechts één keer in de loods in Hengelo geweest. Ik ben een keer met een vorkheftruck bezig geweest in de loods in Hengelo. De anderen konden met de vorkheftruck geen onderstel geladen krijgen; het lukte mij wel."
3. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 11]:
"Ik doe aangifte van diefstal. Het weggenomen goed behoort mij geheel in eigendom toe. Niemand had het recht of de toestemming dit goed weg te nemen met het oogmerk het zich toe te eigenen.
Op 27 juni 2003, omstreeks 23.00 uur, heb ik mijn bedrijf, gelegen aan de [a-straat] (te Deventer) verlaten. Vanochtend, 28 juni 2003, omstreeks 08.45 uur, kwam ik hier en zag dat er een vrachtwagen was weggenomen. Dit betreft een witte Mercedes 2426 B/6x4. Op deze wagen zaten geen kentekenplaten. Ik heb deze vrachtwagen ingekocht voor de verkoop uit Duitsland. Deze vrachtwagen had een witte cabine met aan de voorzijde opvallende rode markeringsstrepen.
Goederen-bijlage:
Merk: Mercedes type: 2426
Kleur: wit
Chassisnr: [0001]"
4. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 14]:
"Ik doe aangifte van inbraak. Ik ben bedrijfsleider bij "[A] B.V.", gevestigd te Almelo [...], en ik ben gemachtigd om aangifte te doen. Het weggenomen goed behoort geheel in eigendom toe aan [A] B.V.. Niemand had het recht of de toestemming het goed weg te nemen.
Gisteren, 25 juni 2003 omstreeks 20.30 uur, ging de laatste werknemer hier weg. Alles was toen afgesloten, ook het hek achter. Op het terrein achter staan onder meer trucks. Gisteren stond daar ook een truck van ons, voorzien van kenteken [AA-00-AA], wit van kleur en er staat "[...]" op. Vanmorgen, 26 juni 2003 omstreeks 07.15 uur, kwam dezelfde werknemer hier op het bedrijf. Hij zag dat eerdergenoemde truck, voorzien van het kenteken [AA-00-AA], weg was."
5. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 11]:
"Ik heb vanmorgen bij de politie Deventer aangifte gedaan van diefstal van een Mercedes, type 2426 6x4. Toen ik vanmiddag op mijn terrein stond kwam er een man op een fiets aanrijden. Hij vroeg mij of ik iets kwijt was, waarop ik hem vertelde dat er een auto van mij gestolen was. De man zei vervolgens dat hij anoniem wilde blijven maar dat ik eens moest gaan kijken aan de [b-straat] in Hengelo Noord. Ik ben hierop met mijn zoon in de auto gestapt en wij zijn naar Hengelo gereden om te kijken. Wij vonden de [b-straat] te Hengelo. Aan het einde van de weg zagen wij twee groene loodsen. Ik ben naar die loodsen gereden en uitgestapt. De deuren van de loodsen waren afgesloten. Naast de loodsen stond een woning. Voor de woning zaten twee mannen en een vrouw. Ik ben naar de woning gelopen en ik sprak die mensen aan. Ik vroeg of er wel eens auto's te koop waren. De man zei dat hij de hal verhuurd had en dat er wel eens auto's kwamen. Hieruit concludeerde ik dat ik met de eigenaar van de loodsen sprak. Ik vertelde hem dat ik een anonieme tip had gekregen dat mijn auto in de loods zou staan. Met toestemming van de man lukte het ons om de roldeur van de loods open te krijgen. Ik ben vervolgens naar binnen gegaan en mijn zoon ging met mij mee naar binnen. Ik zag in de loods een container met een zwart net eroverheen. Rechts in de loods stond een mij onbekende vrachtauto. Ik zag dat die vrachtauto door midden was gesneden. De snijbrander stond ook nog in de hal. Achter in de hal stond een heftruck. Ik ben met mijn zoon naar de container gelopen en heb het net aan de kant gedaan en vervolgens heb ik de deur geopend. Ik zag dat in de container mijn vrachtauto lag. Ik zag dat mijn vrachtauto door midden was gesneden en in twee delen in de container lag. Ik herkende duidelijk mijn eigen vrachtauto aan onder meer de versnellingsbak, banden en het chassis, etc.. Vervolgens hebben we de deur van de container gesloten, het net over de container gedaan, de roldeur afgesloten en vervolgens zijn wij weggereden. Bij het wegrijden heb ik gelijk de politie gebeld."
6. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 4 en 5], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten:
"Op 28 juni 2003 werd telefonisch kennis gegeven aan het bureau van politie dat aan de [b-straat] te Hengelo (O) containers zouden worden geladen op een vrachtauto. In deze containers zouden gestolen vrachtauto's zitten die reeds in onderdelen uit elkaar waren gehaald. Deze containers zouden staan in een grote groene loods aan een doodlopende weg aan de [b-straat]. Vorenstaande werd gemeld door onder meer [betrokkene 11] die in de betreffende loods een gestolen vrachtauto in een container had aangetroffen, welke zijn eigendom was.
Vervolgens werd door de bemanning van een onopvallende politieauto post ingenomen in de directe omgeving van de desbetreffende loods. Er werd gezien dat een Audi, kenteken [BB-00-BB], deze doodlopende weg inreed in de richting van de loods en dat deze even later weer terugkwam en op het industrieterrein ging rondrijden. De bestuurder van de Audi, [verdachte], maakte contact met de twee inzittenden van een Mercedes, kenteken [CC-00-CC]. Na dit contact reed ook deze Mercedes het desbetreffende industrieterrein op. Daarna werd gezien dat beide auto's achter elkaar aan in de richting van de [b-straat] reden en dat de beide bestuurders een mobiele telefoon aan hun oren hielden. Blijkbaar telefoneerde men met elkaar. De twee inzittenden van de Mercedes, [verdachte] en [betrokkene 15] werden aangehouden voor de loods alwaar de container met het gestolen goed aanwezig was.
Aangezien in de loods gestolen goederen aanwezig waren werd er in verband met een uit te voeren doorzoeking telefonisch contact opgenomen met de officier van justitie mr P.H.M. van der Valk, dienstdoend als piketofficier. Nadat zij met vorenstaande in kennis was gesteld machtigde zij mondeling [...], inspecteur van politie, als zodanig hulpofficier van justitie, tot doorzoeking van de loods.
Op 29 juni 2003 werd onder leiding van [...] een aanvang gemaakt met de doorzoeking van de loods. In de loods werd een complete werkplaats aangetroffen met daarin gasflessen, snijbranders etc. Verder werd er een container aangetroffen waarin zich delen bevonden van de gestolen vrachtwagen van [betrokkene 11]. Naast deze container bevond zich een truck welke doormidden was gebrand. In de loods werden de kentekenplaten van deze truck, zijnde [AA-00-AA], aangetroffen alsmede een blauw mapje met daarin diverse papieren waaronder het kentekenbewijs op naam van "[A] B.V.", [...] te Almelo."
7. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 16]:
"Ik ben eigenaar van het perceel [b-straat 1]. Op dit perceel staat een woonhuis met stalgebouw en twee loodsen. De tweede loods is mijn eigendom. De tweede loods stond leeg en rond februari 2003 heb ik de loods ondergebracht bij de makelaar om deze te verhuren.
Op 20 mei 2003 kwamen er drie mannen bij mij. Zij reden in een grote zwarte Mercedes. De mannen stelden zich alle drie voor als [naam]. Twee mannen waren jonger en de derde was een oudere man. Deze oudere man gaf mij zijn mobiele telefoonnummer 06-[...]. Deze oudere man zei nog dat zijn vader pas overleden was. Na een korte inspectie wilden ze de loods voor korte tijd huren. Ik wilde de verhuur op papier hebben maar de oudere [betrokkene 5] wilde dat niet. Ze wilden de loods gebruiken voor opslag en reparatie van vrachtauto's.
Vanaf het begin hebben ze drie vrachtauto's naar binnen gebracht en vandaag twee vrachtauto's. Vandaag werd de tweede vrachtauto rond 04.00 uur gebracht.
[Betrokkene 5] kwam zelf niet zo vaak en als hij kwam, kwam hij maar even.
Vanavond kwamen drie mannen het erf op. Ze zeiden dat ze op zoek waren naar een auto die van hen gestolen was. Ik ben meegelopen naar mijn loods en zij hebben de roldeur geopend en zijn binnen gaan kijken.
Mijn vrouw heeft daarna het 06-nummer, dat we van [betrokkene 5] gekregen hadden, gebeld. Mijn vrouw kreeg hem niet zelf aan de telefoon maar hij belde met een half uur zelf terug. Na ongeveer een half uur kwam de zwarte Mercedes met [betrokkene 5] en een jongeman bij ons op het erf. Kort daarop kwam er politie en werden ze meegenomen. In de Mercedes zat [betrokkene 5] waarover ik steeds in mijn verklaring heb gesproken en die de loods heeft gehuurd en af en toe kwam kijken."
8. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 3], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Op 30 juni 2003 confronteerde ik een persoon, genaamd [betrokkene 16], geboren op [geboortedatum] 1930, met de verdachte, genaamd: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959.
Eerstgenoemde verklaarde: De persoon met wie u mij confronteerde herken ik als dezelfde persoon als die welke ik bedoelde in mijn eerder afgelegde verklaring. De man waarmee u mij confronteerde was de man die ik in mijn verklaring [betrokkene 5] noemde en die de hal van mij heeft gehuurd. Hij gaf mij op 20 mei 2003 € 1.400,-- voor de huur van één maand."
9. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Op 4 juli 2003 confronteerde ik [betrokkene 16], geboren op [geboortedatum] 1930, met een twaalftal tweeluiken (foto's) van personen die overeenkomen met het door de getuigen opgegeven signalement. Al deze foto's komen voor in de politieadministratie van de Regiopolitie Twente. De foto's zijn genummerd van 1 tot en met 12.
De getuige verklaarde: Ik herken uit de foto's een persoon. Deze persoon kwam op 20 mei 2003 de heftruck brengen. Tevens gaf hij mij de huur voor één maand. Hij was ook de persoon die met een oudere man en nog een man de loods kwam huren.
De door de getuige aangewezen foto was voorzien van het nummer 6. Deze foto toonde de beeltenis van [betrokkene 3], geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats]."
10. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2]:
"[Verdachte] is getrouwd met een zus van mijn vader. Zij wonen in [woonplaats].
[Verdachte] benaderde mij met het verzoek om voor hem vrachtauto's te branden. Met branden bedoel ik het strippen van vrachtauto's. De auto's werden geheel uit elkaar gehaald met behulp van snijbranders.
[Betrokkene 3] was in gezelschap van [verdachte] toen [verdachte] mij vroeg. [Betrokkene 3] had het anders alleen moeten doen. Voor [verdachte] stripten [betrokkene 3] en ik auto's in de loodsen in Lettele en Hengelo (O).
De werkwijze was als volgt: Ik werd door [verdachte] of [betrokkene 3] gebeld om een auto uit elkaar te halen. Ik werd dan door een van beiden opgehaald. De auto stond dan al in de loods. Ik werd ook wel eens door [verdachte] gebeld enkel voor het transport. De auto was dan al gestript.
Als ik kwam om te strippen stond de vrachtauto er nog gewoon; er was dan nog niets afgehaald. Het waren altijd Mercedessen. De kentekenplaten waren er altijd al af.
Ik heb in de loods in Hengelo (O) samen met [betrokkene 3] twee vrachtauto's gestript. Ook heb ik het vervoer van beide vrachtauto's verzorgd. Beide zijn verkocht aan [E]. [Verdachte] kwam wel eens langs maar stak nooit een hand uit.
In de loods in Lettele heb ik twee of drie vrachtauto's uit elkaar gebrand. Ik deed dit samen met [betrokkene 3]. In de loods heb ik verder nooit iemand getroffen dan alleen [verdachte] en [betrokkene 3]. De afvoer van de onderdelen heb ik geregeld.
[Verdachte] betaalde mij € 100,-- voor het branden en nog eens € 100,-- als ik een transport regelde. De transportkosten werden eerst door [verdachte] of [betrokkene 3] betaald. Later betaalde ik de kosten vanuit de opbrengsten. Bij [E] kreeg ik contant betaald. Na betaling van de transportkosten ging de rest van het geld naar [verdachte]."
11. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 7]:
"[Betrokkene 3] kwam voordat we de schuur in Lettele huurden bij mij met de vraag of ik samen met hen aan het werk wilde met gestolen vrachtauto's voor [verdachte], de schoonvader van [betrokkene 3].
Wij hebben ons laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel om een loods te kunnen huren. Wij zouden op advies van [verdachte] als dekmantel voor het geheel opgeven dat wij gingen handelen in tweedehands auto's, metalen en oud ijzer.
Met betrekking tot de loods in Lettele: [betrokkene 3] kwam aanzetten met een advertentie uit de krant. Hierin werd een loods aangeboden. Wij hebben toen die loods gehuurd. Op verzoek van [verdachte] is mijn vader ([betrokkene 6]) meegegaan voor het huren van de loods.
[Betrokkene 3] belde mij met de mededeling dat er een auto binnen was en dan gingen wij naar Lettele. Er stond dan een vrachtauto klaar in de loods. [Betrokkene 3] en ik demonteerden de vrachtauto met behulp van snijbranders. [Verdachte] had de spullen geregeld. Ook zorgde hij voor eten en drinken als het laat werd. Als de auto gesloopt was regelden wij het transport van de onderdelen. Dat ging via [B] en [C].
[Verdachte] verkocht deze onderdelen.
Ik ben een keer meegeweest met [verdachte] en [betrokkene 3] naar een sloper, genaamd "[...]" in Friesland. [Verdachte] heeft toen alle onderdelen aan hem verkocht.
In Lettele hebben [betrokkene 3] en ik tenminste acht of negen vrachtauto's gesloopt en daar waren een aantal Duitse vrachtauto's bij.
Het slopen van de vrachtauto's gebeurde door [betrokkene 3] en mij. We hebben wel hulp gehad van [betrokkene 2], [betrokkene 10] en een oudere kale man, genaamd [betrokkene 9]. Mijn vader heeft wel eens geholpen als heftruckchauffeur. Hij deed dit dan op verzoek van [verdachte].
De diefstallen van de auto's werden gepleegd door [betrokkene 10], eerdergenoemde [betrokkene 9] en ene [betrokkene 12]. [Verdachte] regelde dit; hij wist dan ergens een vrachtauto te staan die we konden laten weghalen.
Op een gegeven moment ontstonden er problemen tussen [verdachte] en mijn vader waardoor we de onderdelen niet meer kwijt konden. Via [verdachte] werd [betrokkene 2] benaderd om de onderdelen te verkopen. Vanaf dat moment regelde [betrokkene 2] het transport.
Van elke auto, die ik had helpen te slopen, kreeg ik ongeveer € 200,-- mee. Ik werd door [betrokkene 3] betaald en af en toe betaalde [verdachte] mij uit. [Betrokkene 3] kreeg het geld van [verdachte].
We kregen op een gegeven moment problemen met de eigenaar van de schuur. We hebben toen de huur opgezegd.
Nadat we uit Lettele waren vertrokken werd ik door [verdachte] benaderd om ergens een schuur te huren. Omdat de mogelijkheid bestond dat de verhuurder van de loods in Lettele aangifte zou kunnen doen van hetgeen daar was gebeurd leek het [verdachte] beter om de schuur door iemand anders op naam te laten zetten. Ik kende ene [betrokkene 24] en in overleg met [verdachte] heb ik hem geld gegeven om zich te laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Uit een
advertentiekrantje kwamen wij bij de loods in Dinxperlo terecht. Na een en ander te hebben overlegd met [verdachte] hebben we op naam van [betrokkene 24] de loods gehuurd.
Na Lettele heb ik niet meer met [betrokkene 3] gewerkt. Hij is met [betrokkene 2] verder gegaan met een loods in Hengelo (O).
In Dinxperlo hebben maar twee vrachtauto's gestaan. Mijn vader en ik hebben deze auto's gesloopt. De beide auto's zijn door [betrokkene 10] en [betrokkene 12] gestolen. De schroot van deze auto's is via [B] naar [D] gegaan. De goede onderdelen werden door [betrokkene 2] verkocht. Deze onderdelen zijn door [C] afgevoerd. Ik heb in totaal € 400,-- gekregen voor mijn werkzaamheden in Dinxperlo. Ik kreeg dit geld van [verdachte]. Het geld voor de stelers kreeg ik ook van [verdachte]. Ik betaalde de stelers.
Nadat [verdachte] en de anderen waren aangehouden in Hengelo (O) was het afgelopen. We zijn toen met de noorderzon uit Dinxperlo vertrokken. De branders en de heftruck die zijn achtergebleven zijn eigendom van [verdachte]. Met geld van [verdachte] hebben [betrokkene 3] en ik die heftruck gekocht.
Ik snap dat ik deel heb genomen aan een organisatie die zich bezighield met de diefstallen en heling van vrachtauto's. Je kan het vergelijken met een soort bedrijf met als directeur [verdachte]. Hij regelde en financierde het geheel. Hij regelde mensen voor de diefstallen, het branden van de auto's en het transport en hij was degene die de spullen verkocht.
Verder was er een clubje dat zich bezighield met het stelen van de vrachtauto's. Anderen hielden zich bezig met het demonteren van de auto's. Het transport werd geregeld. [Verdachte] belastte daar ook mensen mee. De verkoop werd uiteindelijk door hem geregeld. Later deed [betrokkene 2] dit. [Verdachte] is degene die alles heeft geregeld."
12. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 6]:
"De vrachtwagen van [H] in Apeldoorn is door ons, [betrokkene 3], mijn zoon [betrokkene 7] en ik, uit elkaar gehaald. De wagen is verkocht door [verdachte] aan [betrokkene 25] in Friesland. Ik ben toen meegeweest met [verdachte]. Wij zijn in de auto van [verdachte] naar Friesland gereden. [Verdachte] kende deze [betrokkene 25]. Bij [betrokkene 25] is [verdachte] met [betrokkene 25] naar het kantoor gegaan en heeft afgerekend. Dit was volgens mij fl. 16.000,--. Dezelfde avond zijn [betrokkene 7] en ik naar [verdachte] gegaan.
[Betrokkene 3] was er al. Bij [verdachte] werd het geld verdeeld. Van dat geld moesten ook de stelers, de vervoerder, het materiaal en de huur van de loods betaald worden.
[Betrokkene 10] heeft de witte vrachtauto uit Deventer gestolen. De vrachtauto is naar de loods in Lettele gereden. Deze auto is ook uit elkaar gebrand. Ik heb toen gebeld met [betrokkene 25] over deze auto en we spraken een bedrag van fl. 6.000,-- af. [verdachte] is dit te weten gekomen dat ik buiten hem om gehandeld heb met [betrokkene 25]. Hij was hier kwaad om.
Wij moesten uitkijken naar een andere afnemer en kwamen in contact met [betrokkene 1]. [Betrokkene 1] regelde dat de uit elkaar gebrande vrachtauto's geladen en vervoerd werden naar de afnemer. [Betrokkene 2] zou meerijden en afrekenen.
Na de diefstal van de derde of vierde vrachtauto ben ik er uit gestapt. [Betrokkene 7], [betrokkene 3] en [betrokkene 2] zijn er toen mee doorgegaan. Later hebben [betrokkene 7] en [betrokkene 3] ruzie met elkaar gehad. Volgens mij is de ruzie ontstaan door geld want er gingen volgens mij gestolen vrachtauto's naar Kloostertille, [verdachte] regelde dat. De afnemer had niet direct geld terwijl de stelers wel direct geld wilden hebben. Toen ontstond er onderling wrevel."
13. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3]:
"Ik heb samen met [betrokkene 7] in maart een gedeelte van een loods gehuurd in Lettele."
14. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3]:
"Toen wij begonnen met gestolen vrachtauto's te branden wisten wij nog niet waar wij met de auto's heen moesten. Ik heb toen [verdachte] gevraagd of hij een afnemer wist. [Verdachte] wist dit wel. De eerste keer heeft [verdachte] de gestripte vrachtauto verkocht in Friesland. De tweede keer heeft [betrokkene 6] de gestripte vrachtauto verkocht in Friesland. Beide keren is de vrachtauto vervoerd door [B]. [Verdachte] was kwaad dat [betrokkene 6] achter zijn rug om naar die opkoper is gegaan. Vanaf dat moment konden wij daar niet meer terecht.
Vervolgens zijn [betrokkene 6] en/of [betrokkene 7] naar [betrokkene 1] gegaan om te vragen of zij een opkoper wisten. Vervolgens is [betrokkene 2] de gestolen gestripte vrachtauto's gaan verkopen. [Betrokkene 2] hielp ook mee om sommige vrachtauto's te branden.
In sommige gevallen regelde [verdachte] de stelers. Bij de eerste twee vrachtauto's vroegen wij, [betrokkene 6], zijn zoon [betrokkene 7] en ik aan mensen of zij de vrachtauto's wilde stelen. De andere keren regelde [verdachte] dit. Het waren steeds dezelfde mensen die de vrachtauto's weg namen.
Met betrekking tot het huren van de loods in Hengelo (O) heeft [verdachte] alles geregeld. Hij was de man die daar achter zat. Hij betaalde het een en ander. In opdracht van [verdachte] werden die vrachtauto's gestolen en naar de loods in Hengelo (O) gebracht. [Betrokkene 2] en ik brandden de auto's. [Betrokkene 2] regelde later het vervoer van de gestolen vrachtauto's naar de afnemer. In Hengelo (O) kreeg ik mijn deel van [verdachte].
Ik werd vaak midden in de nacht gebeld dat er weer een vrachtauto in de loods stond die uit elkaar gebrand moest worden. Ik belde naar [betrokkene 2] of hij mee kon gaan met mij. Wie mij 's nachts belde jatte ook de vrachtauto's en dat was de broer van [betrokkene 2], [betrokkene 10]. Er was ook vaak een oudere man bij die ik ken als [betrokkene 9]. [Betrokkene 12] kwam pas bij ons terecht toen wij in de loods in Hengelo (O) bezig waren. [Betrokkene 12] kwam bij ons via [verdachte]. [Betrokkene 12] heeft de laatste twee vrachtauto's gestolen. [Verdachte] had dit aan hem gevraagd."
15. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]:
"[Betrokkene 10], [betrokkene 9] en [betrokkene 12] hebben vrachtauto"s gestolen in opdracht van [verdachte]. [Verdachte] heeft onderdelen van gestolen vrachtauto"s verkocht aan "[F]" in Friesland."
16. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 12]:
"Ik heb samen met [betrokkene 10] een vrachtauto in Apeldoorn gestolen. Deze auto is naar een loods in Dinxperlo gebracht. Ik werd door [betrokkene 7] gevraagd of ik een vrachtauto wilde stelen. Het moest een Mercedes zijn. [Betrokkene 10] en ik zijn door [betrokkene 7] weggebracht naar Apeldoorn. Wij vonden bij een fabriek een vrachtauto. [Betrokkene 10] heeft de vrachtauto open gemaakt. De auto stond op slot. Aan de passagierskant heeft [betrokkene 10] een schroevendraaier tussen een klein raampje gezet en dit raampje opengemaakt waarna hij de deur van de binnenzijde uit kon opendoen. [Betrokkene 10] heeft daarna de kap om de stuurkolom weggebroken. Links daarvan zit een kastje die hij wegbrak waarna hij het stuurslot wegbrak met een breekijzer. Daarna heeft hij de auto gestart en zijn wij weggereden.
Een andere vrachtauto die ik heb gestolen was een enkelasser trekker. Deze auto heb ik samen met [betrokkene 13] gestolen. Deze auto stond op het industrieterrein in Hengelo en is daar in Hengelo door ons een loods ingereden. Deze auto hebben wij op verzoek van [betrokkene 3], de schoonzoon van [verdachte] uit Deventer, gestolen. Ik heb ook de vrachtauto van [betrokkene 11] uit Deventer gestolen. Deze vrachtauto hebben wij op verzoek van [betrokkene 3] gestolen. Deze vrachtauto heb ik zelf naar de loods in Hengelo gereden en daar binnen gezet."
17. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 12]:
"Als ik door [betrokkene 3] gevraagd werd (vrachtauto's te stelen) dan zat [verdachte] hier wel eens bij. Dit was het geval bij de vrachtauto die ik bij [betrokkene 11] in Deventer heb gestolen.
Ik ben ook een keer met [betrokkene 10] naar Arnhem gereden. Ik heb [betrokkene 10] afgezet. [Betrokkene 10] heeft bij een terrein waar meerdere vrachtauto's stonden een truck gestolen. Ik weet niet waar [betrokkene 10] met deze auto naar toe is gereden. Ik denk dat hij de auto naar [betrokkene 3] heeft gebracht omdat ik [betrokkene 10] later uit de woning van [verdachte] heb gehaald. [Verdachte] zat samen met [betrokkene 10] in de kamer."
18. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 10]:
"Ik kan nog vertellen dat [betrokkene 12], [betrokkene 13] en ik een wagen hebben gestolen bij [betrokkene 11]. [Betrokkene 11] heeft een vrachtwagenbedrijf op het industrieterrein in Deventer. [Betrokkene 3] en [betrokkene 7] of [betrokkene 2] waren hier ook bij. De wagen is naar de loods in Hengelo (O) gegaan."
20. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 18]:
"Ik weet van [betrokkene 2], de zoon van [betrokkene 1], dat er op het kampje aan de [c-straat] in Deventer gestolen vrachtauto's voor [betrokkene 1] uit elkaar werden gebrand en werden doorverkocht.
Ook [verdachte] deed hetzelfde. Degenen die de opdrachten uitvoerden waren [betrokkene 10], de zoon van [betrokkene 17], een jongen die ik ken als [betrokkene 3] en een oudere kale man. [Betrokkene 2] moest de vrachtauto's uit elkaar branden.
Ik heb van [betrokkene 1] opgevangen, die toen aan het telefoneren was met [verdachte], dat er ergens in de buurt van Deventer een schuur moest zijn waar gestolen vrachtauto's uit elkaar werden gebrand. Ik hoorde dat [betrokkene 1] tegen [verdachte] zei dat hij naar de schuur moest rijden en dat hij, [betrokkene 1], daar dan ook wel naar toe zou rijden.
Ik ben er bij geweest dat [betrokkene 3], de schoonzoon van [verdachte], onder druk werd gezet om vrachtauto's te stelen. [Verdachte] wist ergens iets te staan en hij wilde dat [betrokkene 3] die auto ging stelen."
21. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 4]:
"Ik ben de vader van [betrokkene 3].
Ik ben een keer door [betrokkene 3] en door zijn schoonvader, [verdachte], gevraagd of ik mee wilde gaan om naar een heftruck te kijken. Ik hoorde van [betrokkene 3] en [verdachte] dat ze een schuur in Hengelo (O) hadden. Ik ben toen samen met [verdachte] naar Hengelo (O) gereden."
22. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 19]:
"Ik ben eigenaar van het Transportbedrijf [B], gevestigd te Deventer.
Ik heb vorig jaar en dit jaar zakelijk contact gehad met [betrokkene 1] en zijn zoon [betrokkene 2]. Ik of een chauffeur van ons bedrijf heeft daar een container geleverd om die later weer op te halen.
De ene keer kwam [betrokkene 1] de opdracht geven en de andere keer [betrokkene 2]. Er was ook wel eens de zoon van [betrokkene 6] bij. Er werd naderhand contant afgerekend. [Betrokkene 1] betaalde de eerste keer. [Betrokkene 2] betaalde na die tijd.
Ik kan in mijn agenda zien wanneer wij voor hen gereden hebben. Dat was in ieder geval op 27 mei 2003. Wij moesten een container weg brengen in de buurt van Hengelo (O). Op 13 mei 2003 moest ik in opdracht van [betrokkene 1] een container plaatsen in de omgeving van Lettele.
[Betrokkene 2] ging altijd mee als de containers weggebracht moesten worden naar een plaats achter Amsterdam. Naar de plaats achter Amsterdam moesten wij assen, onderstellen en motorblokken brengen.
Ik kan zeggen dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] alles regelden, zoals de betalingen, het vervoer en het meerijden met de waardevolle onderdelen."
23. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 20]:
"Ik ben chauffeur bij de firma [C] te Deventer.
Ongeveer anderhalf jaar geleden heb ik voor de eerste keer gereden voor [betrokkene 2] en [betrokkene 1]. Het vervoer dat ik voor hen deed bestond eigenlijk altijd uit het laden van een vrachtwagenonderstel inclusief de motor. Op het moment dat ik deze goederen ging laden was de cabine er altijd al van af.
Ik denk dat het rond maart 2003 was, dat ik opdracht van mijn baas kreeg, om naar een loods in Lettele te rijden, ook moest ik een keer naar een loods in Hengelo (O) en een loods in Dinxperlo.
Ik ben twee à drie keer in Lettele geweest. De keren dat ik daar ben geweest ging het als volgt.
[Betrokkene 1] zette 's ochtends zijn zoon bij [C] af. [Betrokkene 2] ging met mij mee en zei dat ik naar Lettele moest rijden. [Betrokkene 2] opende de loods in Lettele met een sleutel. In Lettele heb ik onderstellen geladen en weggebracht naar [E] in Heiloo. De onderstellen die ik in Lettele heb geladen waren allemaal van het merk Mercedes.
De loods in Hengelo (O) ging eigenlijk hetzelfde als in Lettele. [Betrokkene 2] kwam dan zelf of werd weer gebracht door [betrokkene 1] naar [C]. In denk dat ik in de maand mei of juni 2003 twee keer naar de loods in Hengelo (O) ben geweest. De onderstellen die ik heb geladen waren wederom van het merk Mercedes.
Ik denk dat er zo'n anderhalve maand overheen is gegaan. Na deze periode ging ik naar de loods in Dinxperlo. De werkwijze bleef hetzelfde. [Betrokkene 2] kwam of werd gebracht bij [C]. Samen met [betrokkene 2] reed ik dan naar Dinxperlo. Ik ben twee keer in de loods in Dinxperlo geweest."
24. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 21]:
"Op 28 april 2003 ben ik omstreeks 15.30 uur voor een rit vertrokken vanaf de zaak ([C]) te Deventer.
De oplegger stond geladen in de loods van ons bedrijf. De lading was afgedekt met een los afdekzeil. Aan de zaak meldde zich voor het vertrek een oudere man met een jongen. Zij waren met een donkerkleurige Mercedes. Zij vertelden mij dat ik naar Kloostertille moest. De Mercedes wachtte mij in Kloostertille op. In Kloostertille volgde ik de Mercedes naar een sloperij op het industrieterrein. Met behulp van een kraan is mijn wagen afgeladen."
25. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 22]:
"Ik ben een keer in Kloostertille in Friesland geweest. Volgens mij kwam ik toen vanaf Lettele. Naar Kloostertille is er volgens mij iemand anders dan [betrokkene 2] meegereden.
Opmerking verbalisant: Ik toonde een foto van [betrokkene 3]. [Betrokkene 22] verklaarde mij dat dit de jongen was die met hem was meegereden naar Kloostertille.
In Kloostertille heb ik het door mij vervoerde vrachtautochassis afgeladen. Toen ik daar aankwam stond er een man te wachten. Deze man was een jaar of vijftig oud, grijzig haar, fors postuur. Deze man was met een Mercedes personenauto, donker van kleur. Deze man, een man van het bedrijf en de jongen die met mij mee was gereden hadden contact met elkaar. De jongen ging niet met mij mee terug. Hij ging met de man in de Mercedes mee terug."
Opmerking verbalisant: Blijkens de dagstaat van [betrokkene 22] heeft hij op 7 mei 2003 een rit gehad van Lettele naar Kloostertille.
26. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 23]:
"Ik ben samen met mijn twee broers eigenaar van een aantal panden in Lettele, waaronder een pand aan de [d-straat 1]. Dit pand betreft een bedrijfsruimte.
Onlangs meldde zich naar aanleiding van een advertentie een nieuwe huurder. Dit betrof [betrokkene 3] en [betrokkene 7]. Zij deelden mij mede dat zij een ruimte zochten voor de handel in auto's. Wij zijn toen tot overeenstemming gekomen dat zij een deel van het pand konden huren.
Op zaterdag 1 maart 2003 hebben zij hun intrek genomen in het pand."
27. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 23]:
"In de maand maart 2003 zijn er zeker één maar vermoedelijk twee vrachtauto's binnengebracht. Deze werden later in containerbakken afgevoerd. Ik weet dat [B] en [C] de containers afhaalden. Soms werden ze binnen geladen maar ook wel buiten. Meestal gebeurde het laden in het donker/'s avonds en de vrachtauto die de container haalde kwam
's morgens vroeg, meestal voor acht uur.
In de hele huurperiode vanaf 1 maart tot half mei 2003 hebben ze volgens mij zeker zeven à acht vrachtauto's binnengebracht en weer met containers afgevoerd.
Ik en mijn vrouw hebben de volgende kentekens genoteerd:
[DD-00-DD] - een blauw/zwarte Vectra, volgens mij van [betrokkene 3], en
[CC-00-CC] - een zwarte Mercedes."
(Opmerking hof: uit bewijsmiddel 6 blijkt dat verdachte gebruik maakt van een Mercedes met het kenteken [CC-00-CC]).
28. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [G]:
"Op 13 juni 2003 kwamen hier op het kantoor twee mannen, één van de mannen was genaamd "[betrokkene 24]". Beiden mannen kwamen om de betaling te doen in verband met de huur van het bedrijfspand [e-straat 1] te Dinxperlo. Na betaling overhandigde ik hen een kwitantie. Een kopie daarvan overhandig ik u hierbij."
29. een kopie van een kwitantie, voor zover inhoudende:
"Ontvangen van [betrokkene 24]
De somma van € 2.061,23
Voorhuur 16 juni t/m 31 juli 2003, inzake [e-straat 1] te Dinxperlo."
30. een rapport van een fotoconfrontatie, opgemaakt door [...], medewerker herkenningsdienst Politie IJsselland, voor zover inhoudende als relaas van de rapporteur:
"Op 16 september 2003 heb ik een fotoconfrontatie gehouden. Ik toonde aan [G] een negental foto's van personen, die op grond van de door getuige verstrekte gegevens uit het herkenningdienstsysteem waren geselecteerd.
De getuige verklaarde: "Van de foto's die u mij toont herken ik de foto met nummer 6 als zijnde de persoon die zich "[betrokkene 24]" noemde en aan mij op ons kantoor geld betaalde voor de huur van de loods in Dinxperlo".
Ik verklaar dat de door getuige herkende persoon is genaamd [betrokkene 8], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984."
4. Beoordeling van het middel
4.1. Het middel klaagt dat het Hof de verdachte ten onrechte heeft veroordeeld ter zake van heling van vrachtauto's nu uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt, althans het ernstige vermoeden voortvloeit dat de verdachte als "medepleger" die vrachtauto's door diefstal heeft verkregen, hetgeen aan zijn veroordeling wegens heling in de weg staat.
4.2. Bij de beoordeling van het middel moet het volgende worden vooropgesteld. Weliswaar valt in de bewoordingen van art. 416, eerste lid, Sr niet te lezen dat degene die opzettelijk een door misdrijf verkregen voorwerp verwerft of voorhanden heeft dan wel een andere in die bepaling genoemde gedraging verricht, slechts dan als schuldig aan heling kan worden gestraft indien het misdrijf waardoor het voorwerp is verkregen door een ander is gepleegd, doch krachtens het begrip van heling - een begunstigingsmisdrijf - moet worden aangenomen dat de omstandigheid dat iemand een helingshandeling als genoemd in gemeld wetsartikel begaat ten aanzien van een voorwerp dat hij zelf door enig misdrijf heeft verkregen, aan diens veroordeling wegens heling in de weg staat. Indien dit laatste uit het onderzoek ter terechtzitting aannemelijk wordt, is een veroordeling ter zake van heling uitgesloten (vgl. onder meer HR 30 oktober 2001, LJN AD5149, NJ 2002, 128). Opmerking verdient evenwel dat een veroordeling ter zake van heling niet is uitgesloten indien het gaat om uitlokking van bedoeld misdrijf (vgl. HR 21 mei 1991, DD 91.314).
4.3. De inhoud van de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen dwingt niet tot de gevolgtrekking dat het de verdachte zelf is geweest die de vrachtauto's door diefstal (door twee of meer verenigde personen) heeft verkregen. De bewijsmiddelen laten de gevolgtrekking toe dat de verdachte de diefstal van de vrachtauto's op de in art. 47, eerste lid onder 2°, Sr bedoelde wijze heeft uitgelokt.
4.4. Het middel faalt.
5. Slotsom
Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
6. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, J. de Hullu en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 11 december 2007.
Conclusie 11‑12‑2007
Inhoudsindicatie
Opzetheling, door misdrijf verkregen voorwerp, art. 416 Sr. Verdachte is (o.m.) veroordeeld voor opzetheling van vrachtauto’s. Weliswaar valt in art. 416.1 Sr niet te lezen dat degene die opzettelijk een door misdrijf verkregen voorwerp verwerft of voorhanden heeft dan wel een andere in die bepaling genoemde gedraging verricht, slechts dan als schuldig aan heling kan worden gestraft indien het misdrijf waardoor het voorwerp is verkregen door een ander is gepleegd, doch krachtens het begrip van heling - een begunstigingsmisdrijf - moet worden aangenomen dat de omstandigheid dat iemand een helingshandeling als genoemd in gemeld wetsartikel begaat t.a.v. een voorwerp dat hij zelf door enig misdrijf heeft verkregen, aan diens veroordeling wegens heling in de weg staat. Indien dit laatste uit het onderzoek ttz. aannemelijk wordt, is een veroordeling t.z.v. uitgesloten (o.m. HR LJN AD5149). Een veroordeling t.z.v. heling is niet is uitgesloten indien het gaat om uitlokking van bedoeld misdrijf (HR DD 91.314). I.c. dwingt de inhoud van de bewijsmiddelen niet tot de gevolgtrekking dat het verdachte zelf is geweest die de vrachtauto's door diefstal heeft verkregen maar laat de gevolgtrekking toe dat verdachte de diefstal van de vrachtauto's op de in art. 47.1.2° Sr bedoelde wijze heeft uitgelokt.
Nr. 02318/06
Mr. Vellinga
Zitting: 11 september 2007
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1. Verdachte is door het Gerechtshof te Arnhem bij arrest van 2 juni 2006 wegens 1 subsidiair (onder A en B). 'medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd' en 2. 'als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven' veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
2. Namens verdachte heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld.
3. Het middel klaagt dat uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat de twee vrachtauto's die genoemd worden in het onder 1 bewezenverklaarde, door de verdachte zelf door misdrijf, te weten diefstal, zijn verkregen, hetgeen aan de veroordeling wegens heling in de weg staat.
4. Ten laste van de verdachte is onder 1 subsidiair bewezenverklaard dat:
"A:
hij in de periode van 27 juni 2003 tot 30 juni 2003 in de gemeente Hengelo (O) en/of Deventer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen een vrachtauto, merk Mercedes, type 2426, voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven van die vrachtauto wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
B:
hij in de periode van 25 juni 2003 tot 30 juni 2003 in de gemeente Hengelo (O) en/of Almelo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een vrachtauto (kenteken [AA-00-AA]), voorhanden heeft gehad terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven van die vrachtwagen, wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;"
5. Het Hof heeft de gebezigde bewijsmiddelen als volgt ingeleid:
"Voor een globale indruk van deze strafzaak en teneinde de hierna genoemde bewijsmiddelen te kunnen "plaatsen", kan als inleiding dienen:
1. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 1/7 - dossier algemeen) - gesloten op 13 november 2003, door [verbalisant 1], brigadier van politie, houdende -zakelijk weergegeven- het relaas van verbalisant:
Door een regionaal rechercheteam is een onderzoek ingesteld naar een criminele organisatie die zich bezig hield met de diefstal en heling van vrachtauto's in binnen- en buitenland. Tijdens een onderzoek werd te Hengelo (O) een loods ontdekt, die werd gebruikt voor het strippen van gestolen vrachtwagens. In dit onderzoek werden een aantal personen aanhouden die betrokken waren bij de diefstallen en het strippen van de vrachtwagens. Vanaf augustus 2002 werd regelmatig informatie aangeleverd dat [betrokkene 1] en zijn zoon [betrokkene 2] betrokken waren bij diefstallen en het strippen van vrachtwagens.
Uit het onderzoek kan gesteld worden dat [verdachte] een groep vormt met personen waarover hij de leiding voert. Met [betrokkene 3], de vriend van zijn dochter, benadert hij [betrokkene 6] en diens zoon [betrokkene 7]. Er wordt een loods gehuurd in Lettele. [Betrokkene 9], [betrokkene 10], [betrokkene 12] en [betrokkene 13] treden op als stelers van de auto's. [Betrokkene 7] en [betrokkene 3] zijn de personen die de auto's uit elkaar branden. In sommige gevallen krijgen ze daarbij assistentie van de stelers van de auto's. Het transport werd geregeld door [betrokkene 7], [betrokkene 3], [betrokkene 6] en [verdachte]. De verkoop werd geregeld door [verdachte] en [betrokkene 6]. Als er problemen ontstaan met de opkoper moet er een nieuwe gezocht worden. Op dat moment komen [betrokkene 1] en diens zoon [betrokkene 2] in beeld. [Betrokkene 2] regelt vanaf dat moment het vervoer en de verkoop.
Als de loods in Lettele wordt opgegeven worden er loodsen in Hengelo (O) en Dinxperlo gehuurd en worden daar de activiteiten voortgezet."
6. Het Hof heeft deze bewezenverklaring doen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
"2. de door de verdachte ter terechtzitting van het hof op 19 mei 2006 afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven- inhoudende:
Met betrekking tot de inval in de loods in Hengelo kan ik verklaren dat ik door [betrokkene 2] ben gebeld en vervolgens naar de loods ben gereden.
Ik ben enige keren mee geweest naar Friesland. De reden dat ik meeging was omdat ik de nodige mensen in Friesland kende.
In de loods in Dinxperlo ben ik één keer geweest. Ook ben ik slechts één keer in de loods in Hengelo geweest. Ik ben een keer met een vorkheftruck bezig geweest in de loods in Hengelo. De anderen konden met de vorkheftruck geen onderstel geladen krijgen; het lukte mij wel.
3. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van aangifte met goederenbijlage - als bijlage gevoegd bij dossiernummer PL0500/03-003816 (deel II - blz 123 e.v.) - gesloten op 28 juni 2003, mutatienr: PL04ZU/03-080944, door [verbalisant 6], agent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 11]:
Ik doe aangifte van diefstal. Het weggenomen goed behoort mij geheel in eigendom toe. Niemand had het recht of de toestemming dit goed weg te nemen met het oogmerk het zich toe te eigenen.
Op 27 juni 2003, omstreeks 23.00 uur, heb ik mijn bedrijf, gelegen aan de [a-straat] (te Deventer) verlaten. Vanochtend, 28 juni 2003, omstreeks 08.45 uur, kwam ik hier en zag dat er een vrachtwagen was weggenomen. Dit betreft een witte Mercedes 2426 B/6x4. Op deze wagen zaten geen kentekenplaten. Ik heb deze vrachtwagen ingekocht voor de verkoop uit Duitsland. Deze vrachtwagen had een witte cabine met aan de voorzijde opvallende rode markeringsstrepen.
Goederen-bijlage:
Merk: Mercedestype: 2426
Kleur: wit
Chassisnr: [0001]
4. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van aangifte - als bijlage gevoegd bij dossiernummer PL0500/03-003816 (deel III - blz 241 e.v.) - gesloten op 26 juni 2003, mutatienr: PL0500/03-084452, door [verbalisant 7], agent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 14]:
Ik doe aangifte van inbraak. Ik ben bedrijfsleider bij "[A] B.V.", gevestigd te Almelo op het [...], en ik ben gemachtigd om aangifte te doen. Het weggenomen goed behoort geheel in eigendom toe aan [A] B.V.. Niemand had het recht of de toestemming het goed weg te nemen.
Gisteren, 25 juni 2003 omstreeks 20.30 uur, ging de laatste werknemer hier weg. Alles was toen afgesloten, ook het hek achter. Op het terrein achter staan onder meer trucks. Gisteren stond daar ook een truck van ons, voorzien van kenteken [AA-00-AA], wit van kleur en er staat "[...]" op. Vanmorgen, 26 juni 2003 omstreeks 07.15 uur, kwam dezelfde werknemer hier op het bedrijf. Hij zag dat eerdergenoemde truck, voorzien van het kenteken [AA-00-AA], weg was.
5. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer PL0500/03-003816 (deel II - blz 129 e.v.) - gesloten op 28 juni 2003, mutatienr: PL0500/03-085854, door [verbalisant 8 en 9], beiden brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 11]:
Ik heb vanmorgen bij de politie Deventer aangifte gedaan van diefstal van een Mercedes, type 2426 6x4. Toen ik vanmiddag op mijn terrein stond kwam er een man op een fiets aanrijden. Hij vroeg mij of ik iets kwijt was, waarop ik hem vertelde dat er een auto van mij gestolen was. De man zei vervolgens dat hij anoniem wilde blijven maar dat ik eens moest gaan kijken aan de [b-straat] in Hengelo Noord. Ik ben hierop met mijn zoon in de auto gestapt en wij zijn naar Hengelo gereden om te kijken. Wij vonden de [b-straat] te Hengelo. Aan het einde van de weg zagen wij twee groene loodsen. Ik ben naar die loodsen gereden en uitgestapt. De deuren van de loodsen waren afgesloten.
Naast de loodsen stond een woning. Voor de woning zaten twee mannen en een vrouw. Ik ben naar de woning gelopen en ik sprak die mensen aan. Ik vroeg of er wel eens auto's te koop waren. De man zei dat hij de hal verhuurd had en dat er wel eens auto's kwamen. Hieruit concludeerde ik dat ik met de eigenaar van de loodsen sprak. Ik vertelde hem dat ik een anonieme tip had gekregen dat mijn auto in de loods zou staan. Met toestemming van de man lukte het ons om de roldeur van de loods open te krijgen. Ik ben vervolgens naar binnen gegaan en mijn zoon ging met mij mee naar binnen. Ik zag in de loods een container met een zwart net eroverheen. Rechts in de loods stond een mij onbekende vrachtauto. Ik zag dat die vrachtauto door midden was gesneden. De snijbrander stond ook nog in de hal. Achter in de hal stond een heftruck. Ik ben met mijn zoon naar de container gelopen en heb het net aan de kant gedaan en vervolgens heb ik de deur geopend. Ik zag dat in de container mijn vrachtauto lag. Ik zag dat mijn vrachtauto door midden was gesneden en in twee delen in de container lag. Ik herkende duidelijk mijn eigen vrachtauto aan onder meer de versnellingsbak, banden en het chassis, etc.. Vervolgens hebben we de deur van de container gesloten, het net over de container gedaan, de roldeur afgesloten en vervolgens zijn wij weggereden. Bij het wegrijden heb ik gelijk de politie gebeld.
6. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal - als bijlage gevoegd bij dossiernummer PL0500/03-003816 (deel I - blz 12 e.v.) - gesloten op 15 augustus 2003, door [verbalisant 10 en 11 ], beiden brigadier van politie, en [verbalisant 12], hoofdagent van politie, houdende -zakelijk weergegeven- het relaas van verbalisanten:
Op 28 juni 2003 werd telefonisch kennis gegeven aan het bureau van politie dat aan de [b-straat] te Hengelo (O) containers zouden worden geladen op een vrachtauto. In deze containers zouden gestolen vrachtauto's zitten die reeds in onderdelen uit elkaar waren gehaald. Deze containers zouden staan in een grote groene loods aan een doodlopende weg aan de [b-straat]. Vorenstaande werd gemeld door onder meer [betrokkene 11] die in de betreffende loods een gestolen vrachtauto in een container had aangetroffen, welke zijn eigendom was.
Vervolgens werd door de bemanning van een onopvallende politieauto post ingenomen in de directe omgeving van de desbetreffende loods. Er werd gezien dat een Audi, kenteken [BB-00-BB], deze doodlopende weg inreed in de richting van de loods en dat deze even later weer terugkwam en op het industrieterrein ging rondrijden. De bestuurder van de Audi, [verdachte], maakte contact met de twee inzittenden van een Mercedes, kenteken [CC-00-CC]. Na dit contact reed ook deze Mercedes het desbetreffende industrieterrein op. Daarna werd gezien dat beide auto's achter elkaar aan in de richting van de [b-straat] reden en dat de beide bestuurders een mobiele telefoon aan hun oren hielden. Blijkbaar telefoneerde men met elkaar. De twee inzittenden van de Mercedes, [verdachte] en [betrokkene 15] werden aangehouden voor de loods alwaar de container met het gestolen goed aanwezig was.
Aangezien in de loods gestolen goederen aanwezig waren werd er in verband met een uit te voeren doorzoeking telefonisch contact opgenomen met de officier van justitie mr P.H.M. van der Valk, dienstdoend als piketofficier. Nadat zij met vorenstaande in kennis was gesteld machtigde zij mondeling J. Boers, inspecteur van politie, als zodanig hulpofficier van justitie, tot doorzoeking van de loods.
Op 29 juni 2003 werd onder leiding van J. Boers een aanvang gemaakt met de doorzoeking van de loods. In de loods werd een complete werkplaats aangetroffen met daarin gasflessen, snijbranders etc. Verder werd er een container aangetroffen waarin zich delen bevonden van de gestolen vrachtwagen van [betrokkene 11]. Naast deze container bevond zich een truck welke doormidden was gebrand. In de loods werden de kentekenplaten van deze truck, zijnde [AA-00-AA], aangetroffen alsmede een blauw mapje met daarin diverse papieren waaronder het kentekenbewijs op naam van "[A] B.V.", [...] te Almelo.
7. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer PL0500/03-003816 (deel II - blz 135 e.v.) - gesloten op 29 juni 2003, mutatienr: PL0500/03-085854, door [verbalisant 3], brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 16]:
Ik ben eigenaar van het perceel [b-straat 1]. Op dit perceel staat een woonhuis met stalgebouw en twee loodsen. De tweede loods is mijn eigendom. De tweede loods stond leeg en rond februari 2003 heb ik de loods ondergebracht bij de makelaar om deze te verhuren.
Op 20 mei 2003 kwamen er drie mannen bij mij. Zij reden in een grote zwarte Mercedes. De mannen stelden zich alle drie voor als [naam]. Twee mannen waren jonger en de derde was een oudere man. Deze oudere man gaf mij zijn mobiele telefoonnummer 06-[...]. Deze oudere man zei nog dat zijn vader pas overleden was. Na een korte inspectie wilden ze de loods voor korte tijd huren. Ik wilde de verhuur op papier hebben maar [betrokkene 5] wilde dat niet. Ze wilden de loods gebruiken voor opslag en reparatie van vrachtauto's.
Vanaf het begin hebben ze drie vrachtauto's naar binnen gebracht en vandaag twee vrachtauto's. Vandaag werd de tweede vrachtauto rond 04.00 uur gebracht.
[Betrokkene 5] kwam zelf niet zo vaak en als hij kwam, kwam hij maar even.
Vanavond kwamen drie mannen het erf op. Ze zeiden dat ze op zoek waren naar een auto die van hen gestolen was. Ik ben meegelopen naar mijn loods en zij hebben de roldeur geopend en zijn binnen gaan kijken.
Mijn vrouw heeft daarna het 06-nummer, dat we van [betrokkene 5] gekregen hadden, gebeld. Mijn vrouw kreeg hem niet zelf aan de telefoon maar hij belde met een half uur zelf terug. Na ongeveer een half uur kwam de zwarte Mercedes met [betrokkene 5] en een jongeman bij ons op het erf. Kort daarop kwam er politie en werden ze meegenomen. In de Mercedes zat [betrokkene 5] waarover ik steeds in mijn verklaring heb gesproken en die de loods heeft gehuurd en af en toe kwam kijken.
8. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van confrontatie - als bijlage gevoegd bij dossiernummer PL0500/03-003816 (deel II - blz 137 e.v.) - gesloten op 30 juni 2003, door [verbalisant 3], brigadier van politie, houdende -zakelijk weergegeven- het relaas van verbalisant:
Op 30 juni 2003 confronteerde ik een persoon, genaamd [betrokkene 16], geboren op [geboortedatum] 1930, met de verdachte, genaamd: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959.
Eerstgenoemde verklaarde: De persoon met wie u mij confronteerde herken ik als dezelfde persoon als die welke ik bedoelde in mijn eerder afgelegde verklaring. De man waarmee u mij confronteerde was de man die ik in mijn verklaring [betrokkene 5] noemde en die de hal van mij heeft gehuurd. Hij gaf mij op 20 mei 2003 € 1.400,-- voor de huur van één maand.
9. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van fotoconfrontatie - als bijlage gevoegd bij dossiernummer PL0500/03-003816 (deel II - blz 141 e.v.) - gesloten op 4 juli 2003, door [verbalisant 2], brigadier van politie, houdende -zakelijk weergegeven- het relaas van verbalisant:
Op 4 juli 2003 confronteerde ik [betrokkene 16], geboren op [geboortedatum] 1930, met een twaalftal tweeluiken (foto'') van personen die overeenkomen met het door de getuigen opgegeven signalement. Al deze foto's komen voor in de politieadministratie van de Regiopolitie Twente. De foto's zijn genummerd van 1 tot en met 12.
De getuige verklaarde: Ik herken uit de foto's een persoon. Deze persoon kwam op 20 mei 2003 de heftruck brengen. Tevens gaf hij mij de huur voor één maand. Hij was ook de persoon die met een oudere man en nog een man de loods kwam huren.
De door de getuige aangewezen foto was voorzien van het nummer 6. Deze foto toonde de beeltenis van [betrokkene 3], geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats].
10. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 5/7 - verklaring VD02 - verhoor van 2 september 2003 te 15.05 uur) - gesloten op 2 september 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 1] en [verbalisant 13], beiden brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 2]:
[Verdachte] is getrouwd met een zus van mijn vader. Zij wonen in [woonplaats].
[Verdachte] benaderde mij met het verzoek om voor hem vrachtauto's te branden. Met branden bedoel ik het strippen van vrachtauto's. De auto's werden geheel uit elkaar gehaald met behulp van snijbranders. [Betrokkene 3] was in gezelschap van [verdachte] toen [verdachte] mij vroeg. [Betrokkene 3] had het anders alleen moeten doen. Voor [verdachte] stripten [betrokkene 3] en ik auto's in de loodsen in Lettele en Hengelo (O).
De werkwijze was als volgt: Ik werd door [verdachte] of [betrokkene 3] gebeld om een auto uit elkaar te halen. Ik werd dan door een van beiden opgehaald. De auto stond dan al in de loods. Ik werd ook wel eens door [verdachte] gebeld enkel voor het transport. De auto was dan al gestript.
Als ik kwam om te strippen stond de vrachtauto er nog gewoon; er was dan nog niets afgehaald. Het waren altijd Mercedessen. De kentekenplaten waren er altijd al af.
Ik heb in de loods in Hengelo (O) samen met [betrokkene 3] twee vrachtauto's gestript. Ook heb ik het vervoer van beide vrachtauto's verzorgd. Beide zijn verkocht aan [E]. [Verdachte] kwam wel eens langs maar stak nooit een hand uit.
In de loods in Lettele heb ik twee of drie vrachtauto's uit elkaar gebrand. Ik deed dit samen met [betrokkene 3]. In de loods heb ik verder nooit iemand getroffen dan alleen [verdachte] en [betrokkene 3]. De afvoer van de onderdelen heb ik geregeld.
[Verdachte] betaalde mij € 100,-- voor het branden en nog eens € 100,-- als ik een transport regelde. De transportkosten werden eerst door [verdachte] of [betrokkene 3] betaald. Later betaalde ik de kosten vanuit de opbrengsten. Bij [E] kreeg ik contant betaald. Na betaling van de transportkosten ging de rest van het geld naar [verdachte].
11. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 6/7 - verklaring VD04 - verhoor van 16 oktober 2003 te 09.38 uur) - gesloten op 16 oktober 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 1], brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 7]:
[Betrokkene 3] kwam voordat we de schuur in Lettele huurden bij mij met de vraag of ik samen met hen aan het werk wilde met gestolen vrachtauto's voor [verdachte], de schoonvader van [betrokkene 3].
Wij hebben ons laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel om een loods te kunnen huren. Wij zouden op advies van [verdachte] als dekmantel voor het geheel opgegeven dat wij gingen handelen in tweedehands auto's, metalen en oud ijzer.
Met betrekking tot de loods in Lettele: [betrokkene 3] kwam aanzetten met een advertentie uit de krant. Hierin werd een loods aangeboden. Wij hebben toen die loods gehuurd. Op verzoek van [verdachte] is mijn vader ([betrokkene 6]) meegegaan voor het huren van de loods.
[Betrokkene 3] belde mij met de mededeling dat er een auto binnen was en dan gingen wij naar Lettele. Er stond dan een vrachtauto klaar in de loods. [Betrokkene 3] en ik demonteerden de vrachtauto met behulp van snijbranders. [verdachte] had de spullen geregeld. Ook zorgde hij voor eten en drinken als het laat werd. Als de auto gesloopt was regelden wij het transport van de onderdelen. Dat ging via [B] en [C]. [verdachte] verkocht deze onderdelen.
Ik ben een keer meegeweest met [verdachte] en [betrokkene 3] naar een sloper, genaamd "[F]" in Friesland. [Verdachte] heeft toen alle onderdelen aan hem verkocht.
In Lettele hebben [betrokkene 3] en ik tenminste acht of negen vrachtauto's gesloopt en daar waren een aantal Duitse vrachtauto's bij.
Het slopen van de vrachtauto's gebeurde door [betrokkene 3] en mij. We hebben wel hulp gehad van [betrokkene 2], [betrokkene 10] en een ouder kale man, genaamd [betrokkene 9]. Mijn vader heeft wel eens geholpen als heftruckchauffeur. Hij deed dit dan op verzoek van [verdachte].
De diefstallen van de auto's werden gepleegd door [betrokkene 10], eerdergenoemde [betrokkene 9] en ene [betrokkene 12]. [Verdachte] regelde dit; hij wist dan ergens een vrachtauto te staan die we konden laten weghalen.
Op een gegeven moment ontstonden er problemen tussen [verdachte] en mijn vader waardoor we de onderdelen niet meer kwijt konden. Via [verdachte] werd [betrokkene 2] benaderd om de onderdelen te verkopen. Vanaf dat moment regelde [betrokkene 2] het transport.
Van elke auto, die ik had helpen te slopen, kreeg ik ongeveer € 200,-- mee. Ik werd door [betrokkene 3] betaald en af en toe betaalde [verdachte] mij uit. [Betrokkene 3] kreeg het geld van [verdachte].
We kregen op een gegeven moment problemen met de eigenaar van de schuur. We hebben toen de huur opgezegd.
Nadat we uit Lettele waren vertrokken werd ik door [verdachte] benaderd om ergens een schuur te huren. Omdat de mogelijkheid bestond dat de verhuurder van de loods in Lettele aangifte zou kunnen doen van hetgeen daar was gebeurd leek het [verdachte] beter om de schuur door iemand anders op naam te laten zetten. Ik kende ene [betrokkene 24] de Wilde en in overleg met [verdachte] heb ik hem geld gegeven om zich te laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Uit een advertentiekrantje kwamen wij bij de loods in Dinxperlo terecht. Na een en ander te hebben overlegd met [verdachte] hebben we op naam van [betrokkene 24] de loods gehuurd.
Na Lettele heb ik niet meer met [betrokkene 3] gewerkt. Hij is met [betrokkene 2] verder gegaan met een loods in Hengelo (O).
In Dinxperlo hebben maar twee vrachtauto's gestaan. Mijn vader en ik hebben deze auto's gesloopt. De beide auto's zijn door [betrokkene 10] en [betrokkene 12] gestolen. De schroot van deze auto's is via [B] naar [D] gegaan. De goede onderdelen werden door [betrokkene 2] verkocht. Deze onderdelen zijn door [C] afgevoerd. Ik heb in totaal € 400,-- gekregen voor mijn werkzaamheden in Dinxperlo. Ik kreeg dit geld van [verdachte]. Het geld voor de stelers kreeg ik ook van [verdachte]. Ik betaalde de stelers.
Nadat [verdachte] en de anderen waren aangehouden in Hengelo (O) was het afgelopen. We zijn toen met de noorderzon uit Dinxperlo vertrokken. De branders en de heftruck die zijn achtergebleven zijn eigendom van [verdachte]. Met geld van [verdachte] hebben [betrokkene 3] en ik die heftruck gekocht.
Ik snap dat ik deel heb genomen aan een organisatie die zich bezighield met de diefstallen en heling van vrachtauto's. Je kan het vergelijken met een soort bedrijf met als directeur [verdachte]. Hij regelde en financierde het geheel. Hij regelde mensen voor de diefstallen, het branden van de auto's en het transport en hij was degene die de spullen verkocht.
Verder was er een clubje dat zich bezighield met het stelen van de vrachtauto's. Anderen hielden zich bezig met het demonteren van de auto's. Het transport werd geregeld. [Verdachte] belastte daar ook mensen mee. De verkoop werd uiteindelijk door hem geregeld. Later deed [betrokkene 2] dit. [Verdachte] is degene die alles heeft geregeld.
12. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 5/7 - verklaring VD03 - verhoor van 25 september 2003 te 13.10 uur) - gesloten op 25 september 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 14 en 15], beiden hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 6]:
De vrachtwagen van [H] in Apeldoorn is door ons, [betrokkene 3], mijn zoon [betrokkene 7] en ik, uit elkaar gehaald. De wagen is verkocht door [verdachte] aan [betrokkene 25] in Friesland. Ik ben toen meegeweest met [verdachte]. Wij zijn in de auto van [verdachte] naar Friesland gereden. [Verdachte] kende deze [betrokkene 25]. Bij [betrokkene 25] is [verdachte] met [betrokkene 25] naar het kantoor gegaan en heeft afgerekend. Dit was volgens mij fl. 16.000,--. Dezelfde avond zijn [betrokkene 7] en ik naar [verdachte] gegaan. [Betrokkene 3] was er al. Bij [verdachte] werd het geld verdeeld. Van dat geld moesten ook de stelers, de vervoerder, het materiaal en de huur van de loods betaald worden.
[betrokkene 10] heeft de witte vrachtauto uit Deventer gestolen. De vrachtauto is naar de loods in Lettele gereden. Deze auto is ook uit elkaar gebrand. Ik heb toen gebeld met [betrokkene 25] over deze auto en we spraken een bedrag van fl. 6.000,-- af. [verdachte] is dit te weten gekomen dat ik buiten hem om gehandeld heb met [betrokkene 25]. Hij was hier kwaad om.
Wij moesten uitkijken naar een andere afnemer en kwamen in contact met [betrokkene 1]. [Betrokkene 1] regelde dat de uit elkaar gebrande vrachtauto's geladen en vervoerd werden naar de afnemer. [betrokkene 2] zou meerijden en afrekenen.
Na de diefstal van de derde of vierde vrachtauto ben ik er uit gestapt. [Betrokkene 7], [betrokkene 3] en [betrokkene 2] zijn er toen mee doorgegaan. Later hebben [betrokkene 7] en [betrokkene 3] ruzie met elkaar gehad. Volgens mij is de ruzie ontstaan door geld want er gingen volgens mij gestolen vrachtauto's naar Kloostertille, [verdachte] regelde dat. De afnemer had niet direct geld terwijl de stelers wel direct geld wilden hebben. Toen ontstond er onderling wrevel.
13. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 6/7 - verklaring VD05 - verhoor van 13 augustus te 12.57 uur) - gesloten op 13 augustus 2003, mutatienr: PL04ZU/03-092668, door [verbalisant 14 en 15], beiden hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 3]:
Ik heb samen met [betrokkene 7] in maart een gedeelte van een loods gehuurd in Lettele.
14. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 6/7 - verklaring VD05 - verhoor van 19 augustus te 11.35 uur) - gesloten op 19 augustus 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 14 en 15], beiden hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 3]:
Toen wij begonnen met gestolen vrachtauto's te branden wisten wij nog niet waar wij met de auto's heen moesten. Ik heb toen [verdachte] gevraagd of hij een afnemer wist. [Verdachte] wist dit wel. De eerste keer heeft [verdachte] de gestripte vrachtauto verkocht in Friesland. De tweede keer heeft [betrokkene 6] de gestripte vrachtauto verkocht in Friesland. Beide keren is de vrachtauto vervoerd door [B]. [Verdachte] was kwaad dat [betrokkene 6] achter zijn rug om naar die opkoper is gegaan. Vanaf dat moment konden wij daar niet meer terecht.
Vervolgens zijn [betrokkene 6] en/of [betrokkene 7] naar [betrokkene 2] gegaan om te vragen of zij een opkoper wisten. Vervolgens is [betrokkene 2] de gestolen gestripte vrachtauto's gaan verkopen. [Betrokkene 2] hielp ook mee om sommige vrachtauto's te branden.
In sommige gevallen regelde [verdachte] de stelers. Bij de eerste twee vrachtauto's vroegen wij, [betrokkene 6], zijn zoon [betrokkene 7] en ik aan mensen of zij de vrachtauto's wilde stelen. De andere keren regelde [verdachte] dit. Het waren steeds dezelfde mensen die de vrachtauto's weg namen.
Met betrekking tot het huren van de loods in Hengelo (O) heeft [verdachte] alles geregeld. Hij was de man die daar achter zat. Hij betaalde het een en ander. In opdracht van [verdachte] werden die vrachtauto's gestolen en naar de lood in Hengelo (O) gebracht. [Betrokkene 2] en ik brandden de auto's. [Betrokkene 2] regelde later het vervoer van de gestolen vrachtauto's naar de afnemer. In Hengelo (O) kreeg ik mijn deel van [verdachte].
Ik werd vaak midden in de nacht gebeld dat er weer een vrachtauto in de loods stond die uit elkaar gebrand moest worden. Ik belde naar [betrokkene 2] of hij mee kon gaan met mij. Wie mij 's nachts belde jatte ook de vrachtauto's en dat was de broer van [betrokkene 2], [betrokkene 10]. Er was ook vaak een oudere man bij die ik ken als [betrokkene 9]. [betrokkene 12] kwam pas bij ons terecht toen wij in de loods in Hengelo (O) bezig waren. [Betrokkene 12] kwam bij ons via [verdachte]. [Betrokkene 12] heeft de laatste twee vrachtauto's gestolen. [Verdachte] had dit aan hem gevraagd.
15. en op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 5/7 - verklaring VD01 - verhoor van 3 oktober 2003 te 10.29 uur) - gesloten op 3 oktober 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 13] en [verbalisant 1], beiden brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 1]:
[Betrokkene 10], [betrokkene 9] en [betrokkene 12] hebben vrachtauto's gestolen in opdracht van [verdachte]. [Verdachte] heeft onderdelen van gestolen vrachtauto's verkocht aan "[F]" in Friesland.
16. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 6/7 - verklaring VD07 - verhoor van 15 september 2003 te 16.27 uur) - gesloten op 15 september 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 13] en [verbalisant 1], beiden brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 12]:
Ik heb samen met [betrokkene 10] een vrachtauto in Apeldoorn gestolen. Deze auto is naar een loods in Dinxperlo gebracht. Ik werd door [betrokkene 7] gevraagd of ik een vrachtauto wilde stelen. Het moest een Mercedes zijn. [betrokkene 10] en ik zijn door [betrokkene 7] weggebracht naar Apeldoorn. Wij vonden bij een fabriek een vrachtauto. [Betrokkene 10] heeft de vrachtauto open gemaakt. De auto stond op slot. Aan de passagierskant heeft [betrokkene 11] een schroevendraaier tussen een klein raampje gezet en dit raampje opengemaakt waarna hij de deur van de binnenzijde uit kon opendoen. [Betrokkene 11] heeft daarna de kap om de stuurkolom weggebroken. Links daarvan zit een kastje die hij wegbrak waarna hij het stuurslot wegbrak met een breekijzer. Daarna heeft hij de auto gestart en zijn wij weggereden.
Een andere vrachtauto die ik heb gestolen was een enkelasser trekker. Deze auto heb ik samen met [betrokkene 13] gestolen. Deze auto stond op het industrieterrein in Hengelo en is daar in Hengelo door ons een loods ingereden. Deze auto hebben wij op verzoek van [betrokkene 3], de schoonzoon van [verdachte] uit Deventer, gestolen. Ik heb ook de vrachtauto van [betrokkene 11] uit Deventer gestolen. Deze vrachtauto hebben wij op verzoek van [betrokkene 3] gestolen. Deze vrachtauto heb ik zelf naar de loods in Hengelo gereden en daar binnen gezet.
17. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 6/7 - verklaring VD07 - verhoor van 16 september 2003 te 10.47 uur) - gesloten op 16 september 2003, mutatienr: PL04ZU/03-092668, door [verbalisant 15], hoofdagent van politie, en [verbalisant 1], brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 12]:
Als ik door [betrokkene 3] gevraagd werd (vrachtauto's te stelen) dan zat [verdachte] hier wel eens bij. Dit was het geval bij de vrachtauto die ik bij [betrokkene 11] in Deventer heb gestolen.
Ik ben ook een keer met [betrokkene 10] naar Arnhem gereden. Ik heb [betrokkene 10] afgezet. [Betrokkene 10] heeft bij een terrein waar meerdere vrachtauto's stonden een truck gestolen. Ik weet niet waar [betrokkene 11] met deze auto naar toe is gereden. Ik denk dat hij de auto naar [betrokkene 3] heeft gebracht omdat ik [betrokkene 11] later uit de woning van [verdachte] heb gehaald. [Verdachte] zat samen met [betrokkene 10] in de kamer.
18. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092668 (ordner 6/7 - verklaring VD06 - verhoor van 18 september 2003 te 10.25 uur) - gesloten op 18 september 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 16 en 15], beiden hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 10]:
Ik kan nog vertellen dat [betrokkene 12], [betrokkene 13] en ik een wagen hebben gestolen bij [betrokkene 11]. [betrokkene 11] heeft een vrachtwagenbedrijf op het industrieterrein in Deventer. [betrokkene 3] en [betrokkene 7] of [betrokkene 2] waren hier ook bij. De wagen is naar de loods in Hengelo (O) gegaan.
19. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03=-92668 (ordner 6/7 - verklaring VD06 - verhoor van 18 september 2003 te 10.25 uur) - gesloten op 18 september 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 16 en 15], beiden hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 10]:
Ik kan nog vertellen dat [betrokkene 12], [betrokkene 13] en ik een wagen hebben gestolen bij [betrokkene 11]. [Betrokkene 11] heeft een vrachtwagenbedrijf op het industrieterrein in Deventer. [Betrokkene 3] en [betrokkene 7] of [betrokkene 2] waren hier ook bij. De wagen is naar de loods in Hengelo (O) gegaan.
20. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 28) - gesloten op 30 september 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 13] en [verbalisant 1], beiden brigadier van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 18]:
Ik weet van [betrokkene 2], de zoon van [betrokkene 1], dat er op het kampje aan de [c-straat] in Deventer gestolen vrachtauto's voor [betrokkene 1] uit elkaar werden gebrand en werden doorverkocht.
Ook [verdachte] deed hetzelfde. Degenen die de opdrachten uitvoerden waren [betrokkene 10], de zoon van [betrokkene 17], een jongen die ik ken als [betrokkene 3] en een oudere kale man. [Betrokkene 2] moest de vrachtauto's uit elkaar branden.
Ik heb van [betrokkene 1] opgevangen, die toen aan het telefoneren was met [verdachte], dat er ergens in de buurt van Deventer een schuur moest zijn waar gestolen vrachtauto's uit elkaar werden gebrand. Ik hoorde dat [betrokkene 1] tegen [verdachte] zei dat hij naar de schuur moest rijden en dat hij, [betrokkene 1], daar dan ook wel naar toe zou rijden.
Ik ben er bij geweest dat [betrokkene 3], de schoonzoon van [verdachte], onder druk werd gezet om vrachtauto's te stelen. [verdachte] wist ergens iets te staan en hij wilde dat [betrokkene 3] die auto ging stelen.
21. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 18) - gesloten op 1 september 2003, mutatienr: PL04ZU/03-092668, door [verbalisant 15], hoofdagent van politie, en [verbalisant 17], inspecteur van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 4]:
Ik ben de vader van [betrokkene 3].
Ik ben een keer door [betrokkene 3] en door zijn schoonvader, [verdachte], gevraagd of ik mee wilde gaan om naar een heftruck te kijken. Ik hoorde van [betrokkene 3] en [verdachte] dat ze een schuur in Hengelo (O) hadden. Ik ben toen samen met [verdachte] naar Hengelo (O) gereden.
22. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 08 - verhoor van 1 augustus 2003 te 11.00 uur) - gesloten op 1 augustus 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 14 en 15], beiden hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 19]:
Ik ben eigenaar van het Transportbedrijf [B], gevestigd te [vestigingsplaats].
Ik heb vorig jaar en dit jaar zakelijk contact gehad met [betrokkene 1] en zijn zoon [betrokkene 2]. Ik of een chauffeur van ons bedrijf heeft daar een container geleverd om die later weer op te halen.
De ene keer kwam [betrokkene 1] de opdracht geven en de andere keer [betrokkene 2]. Er was ook wel eens de zoon van [betrokkene 6] bij. Er werd naderhand contant afgerekend. [Betrokkene 1] betaalde de eerste keer. [Betrokkene 2] betaalde na die tijd.
Ik kan in mijn agenda zien wanneer wij voor hen gereden hebben. Dat was in ieder geval op 27 mei 2003. Wij moesten een container weg brengen in de buurt van Hengelo (O). Op 13 mei 2003 moest ik in opdracht van [betrokkene 1] een container plaatsen in de omgeving van Lettele.
[Betrokkene 2] ging altijd mee als de containers weggebracht moesten worden naar een plaats achter Amsterdam. Naar de plaats achter Amsterdam moesten wij assen, onderstellen en motorblokken brengen.
Ik kan zeggen dat [betrokkene 1] en [betrokkene 2] alles regelden, zoals de betalingen, het vervoer en het meerijden met de waardevolle onderdelen.
23. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 34 - verhoor van 5 augustus 2003 te 09.38 uur) - gesloten op 5 augustus 2003, mutatienr: PL04ZU/03-092668, door [verbalisant 18] en [verbalisant 15], beiden hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 20]:
Ik ben chauffeur bij de firma [C] te [vestigingsplaats].
Ongeveer anderhalf jaar geleden heb ik voor de eerste keer gereden voor [betrokkene 2] en [betrokkene 1]. Het vervoer dat ik voor hen deed bestond eigenlijk altijd uit het laden van een vrachtwagenonderstel inclusief de motor. Op het moment dat ik deze goederen ging laden was de cabine er altijd al van af.
Ik denk dat het rond maart 2003 was, dat ik opdracht van mijn baas kreeg, om naar een loods in Lettele te rijden, ook moest ik een keer naar een loods in Hengelo (O) en een loods in Dinxperlo.
Ik ben twee à drie keer in Lettele geweest. De keren dat ik daar ben geweest ging het als volgt. [betrokkene 1] zette 's ochtends zijn zoon bij [C] af. [Betrokkene 2] ging met mij mee en zei dat ik naar Lettele moest rijden. [betrokkene 2] opende de loods in Lettele met een sleutel. In Lettele heb ik onderstellen geladen en weggebracht naar [E] in Heiloo. De onderstellen die ik in Lettele heb geladen waren allemaal van het merk Mercedes.
De loods in Hengelo (O) ging eigenlijk hetzelfde als in Lettele. [betrokkene 2] kwam dan zelf of werd weer gebracht door [betrokkene 1] naar [C]. In denk dat ik in de maand mei of juni 2003 twee keer naar de loods in Hengelo (O) geweest. De onderstellen die ik heb geladen waren wederom van het merk Mercedes.
Ik denk dat er zo'n anderhalve maand overheen is gegaan. Na deze periode ging ik naar de loods in Dinxperlo. De werkwijze bleef hetzelf. [Betrokkene 2] kwam of werd gebracht bij [C]. Samen met [betrokkene 2] reed ik dan naar Dinxperlo. Ik ben twee keer in de loods in Dinxperlo geweest.
24. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 23) - gesloten op 14 augustus 2003, mutatienr: PL04ZU/03-092668, door [verbalisant 15], hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 21]:
Op 28 april 2003 ben ik omstreeks 15.30 uur voor een rit vertrokken vanaf de zaak ([C]) te [vestigingsplaats].
De oplegger stond geladen in de loods van ons bedrijf. De lading was afgedekt met een los afdekzeil. Aan de zaak meldde zich voor het vertrek een oudere man met een jongen. Zij waren met een donkerkleurige Mercedes. Zij vertelden mij dat ik naar Kloostertille moest. De Mercedes wachtte mij in Kloostertille op. In Kloostertille volgde ik de Mercedes naar een sloperij op het industrieterrein. Met behulp van een kraan is mijnwagen afgeladen.
25. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 30) - gesloten op 6 augustus 2003, mutatienr: PL04ZU/03-092668, door [verbalisant 15], hoofdagent van politie, - inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 22]:
Ik ben een keer in Kloostertille in Friesland geweest. Volgens mij kwam ik toen vanaf Lettele. Naar Kloostertille is er volgens mij iemand anders dan [betrokkene 2] meegereden.
Opmerking verbalisant: Ik toonde een foto van [betrokkene 3]. [betrokkene 22] verklaarde mij dat dit de jongen was die met hem was meegereden naar Kloostertille.
In Kloostertille heb ik het door mij vervoerde vrachtautochassis afgeladen. Toen ik daar aankwam stond er een man te wachten. Deze man was een jaar of vijftig oud, grijzig haar, fors postuur. Deze man was met een Mercedes personenauto, donker van kleur. Deze man, een man van het bedrijf en de jongen die met mij mee was gereden hadden contact met elkaar. De jongen ging niet met mij mee terug. Hij ging met de man in de Mercedes mee terug.
Opmerking verbalisant: Blijkens de dagstaat van [betrokkene 22] heeft hij op 7 mei 2003 een rit gehad van Lettele naar Kloostertille.
26. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 32 - verhoor van 18 maart 2003 te 10.24 uur) - gesloten op 18 maart 2003, mutatienr: PL04ZU/03-032696, door [verbalisant 19], hoofdagent van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 23]:
Ik ben samen met mijn twee broers eigenaar van een aantal panden in Lettele, waaronder een pand aan de [d-straat 1]. Dit pand betreft een bedrijfsruimte.
Onlangs meldde zich naar aanleiding van een advertentie een nieuwe huurder. Dit betrof [betrokkene 3] en [betrokkene 7]. Zij deelden mij mede dat zij een ruimte zochten voor de handel in auto's. Wij zijn toen tot overeenstemming gekomen dat zij een deel van het pand konden huren.
Op zaterdag 1 maart 2003 hebben zij hun intrek genomen in het pand.
27. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 32 - verhoor van 31 juli 2003 te 16.45 uur) - gesloten op 31 juli 2003, mutatienr: PL04RR/03-039260, door [verbalisant 17], inspecteur van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [betrokkene 23]:
In de maand maart 2003 zijn er zeker één maar vermoedelijk twee vrachtauto's binnengebracht. Deze werden later in containerbakken afgevoerd. Ik weet dat [B] en [C] de containers afhaalden. Soms werden ze binnen geladen maar ook wel buiten. Meestal gebeurde het laden in het het donker/'s avonds en de vrachtauto die de container haalde kwam 's morgens vroeg, meestal voor acht uur.
In de hele huurperiode vanaf 1 maart tot half mei 2003 hebben ze volgens mij zeker zeven à acht vrachtauto's binnengebracht en weer met containers afgevoerd,
Ik en mijn vrouw hebben de volgende kentekens genoteerd:
[DD-00DD] - een blauw/zwarte Vectra, volgens mij van [betrokkene 3], en
[CC-00-CC] - een zwarte Mercedes.
(Opmerking hof: uit bewijsmiddel 6 blijkt dat verdachte gebruik maakt van een Mercedes met het kenteken [CC-00-CC]).
28. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten proces-verbaal van verhoor - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 04) - gesloten op 6 augustus 2003, mutatienr: PL04RR/03-092668, door [verbalisant 17], inspecteur van politie, inhoudende -zakelijk weergegeven- de verklaring van [G]:
Op 13 juni 2003 kwamen hier op het kantoor twee mannen, één van de mannen was genaamd "[betrokkene 24]". Beiden mannen kwamen om de betaling te doen in verband met de huur van het bedrijfspand [e-straat 1] te Dinxperlo. Na betaling overhandigde ik hen een kwitantie. Een kopie daarvan overhandig ik u hierbij.
29. een kopie van een kwitantie - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-092688 (ordner 7/7 - verklaring getuige 04) - door het hof te bezigen als een schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344 van het Wetboek van Strafvordering, houdende -zakelijk weergegeven-:
Ontvangen van [betrokkene 24]
De somma van € 2.061,23
Voorhuur 16 juni t/m 31 juli 2003, inzake [e-straat 1] te Dinxperlo.
30. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt en gesloten rapport van fotoconfrontatie - als bijlage gevoegd bij dossiernummer 03-92668 (ordner 7/7 - verklaring getuige 04) - gesloten op 16 september 2003, mutatienr: PL04IK/03-092668, door [verbalisant 20], medewerker herkenningsdienst Politie IJsselland, inhoudende -zakelijk weergegeven- het relaas van rapporteur:
Op 16 september 2003 heb ik een fotoconfrontatie gehouden. Ik toonde aan [G] een negental foto's van personen, die op grond van de door getuige verstrekte gegevens uit het herkenningdienstsysteem waren geselecteerd.
De getuige verklaarde: "Van de foto's die u mij toont herken ik de foto met nummer 6 als zijnde de persoon die zich "[betrokkene 24]" noemde en aan mij op ons kantoor geld betaalde voor de huur van de loods in Dinxperlo".
Ik verklaar dat de door getuige herkende persoon is genaamd [betrokkene 8], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984."
7. Blijkens de gebezigde bewijsmiddelen heeft het Hof vastgesteld dat:
- de vrachtwagen type 2426 van aangever [betrokkene 11] tussen 27 juni 2003, 23:00 uur en 28 juni 2003, 8.45 uur te Deventer is gestolen (bewijsmiddel 3);
- de vrachtwagen [AA-00-AA] tussen 25 juni 2003 20;30 uur en 26 juni 2003, 7.15 uur te Almelo is gestolen (bewijsmiddel 4);
- beide vrachtauto's op 28 juni 2003 in delen in een loods in Hengelo (Overijssel) zijn aangetroffen (bewijsmiddel 6);
- de verdachte samen met anderen onder wie [betrokkene 3] deze loods heeft gehuurd (bewijsmiddelen 7, 8 en 9);
- de verdachte kort nadat op zijn 06-nummer door de echtgenote van de verhuurder van de loods is gebeld nadat de eigenaar van één van de vrachtwagens in de loods zijn net gestolen vrachtwagen had ontdekt, na een uur bij de loods aankwam met anderen (bewijsmiddelen 5, 6 en 7);
- de verdachte de diefstallen regelde en de vrachtauto's wist te staan die weggehaald konden worden door [betrokkene 10], [betrokkene 9] en [betrokkene 12] (bewijsmiddel 11);
- de verdachte de opdracht gaf vrachtauto's te stelen en die naar de loods in Hengelo (O) te brengen, dat [betrokkene 12] er pas bij kwam toen de organisatie in de loods in Hengelo bezig was en dat [betrokkene 12] op verzoek van de verdachte de laatste twee vrachtauto's heeft gestolen (bewijsmiddel 14);
- [betrokkene 12] de vrachtauto van [betrokkene 11] heeft gestolen op verzoek van [betrokkene 3] (bewijsmiddel 16);
- de verdachte zijn schoonzoon [betrokkene 3] onder druk heeft gezet om een vrachtauto te stelen die hij, verdachte, wist te staan (bewijsmiddel 20);
- de verdachte erbij zat toen [betrokkene 3] [betrokkene 12] vroeg de vrachtauto van [betrokkene 11] te stelen (bewijsmiddel 17).
8. Bij de beoordeling van het middel moet het volgende vooropgesteld worden. Vanwege de aard van het begrip van heling dat een begunstigingsmisdrijf is, moet worden aangenomen dat de omstandigheid dat iemand helingshandelingen zoals genoemd in art. 416 Sr begaat ten aanzien van voorwerpen die hij zelf door misdrijf heeft verkregen, aan diens veroordeling wegens heling in de weg staat. Indien dit laatste uit het onderzoek ter terechtzitting aannemelijk wordt, is een veroordeling wegens heling uitgesloten.(1)
9. In het onderhavige geval is de omstandigheid dat de verdachte de in de bewezenverklaring genoemde vrachtauto's heeft gestolen niet met zoveel woorden aan de orde geweest bij het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep.
10. In de onderhavige situatie heeft het Hof blijkens de gebezigde bewijsmiddelen vastgesteld dat de verdachte de opdracht heeft gegeven de twee vrachtauto's die in zijn loods zijn aangetroffen te stelen en dat de verdachte aan de stelers aangaf waar de vrachtauto's stonden die gestolen moesten worden. Een dergelijke verregaande bemoeienis met de diefstal van de vrachtauto's levert in het algemeen diefstal in vereniging op.(2)
11. De vraag is nu of het feit dat de verdachte de vrachtauto's niet zelf heeft gestolen, maar wel verregaande bemoeienis met de diefstal heeft gehad aan een veroordeling wegens heling in de weg staat. Ik meen van wel. In HR 31 maart 1987, NJ 1987, 796 overwoog de Hoge Raad dat de hierboven onder 8 genoemde regel eveneens geldt als iemand helingshandelingen begaat met betrekking tot een geldsbedrag dat hij heeft verkregen door een misdrijf, begaan door een rechtspersoon, waarbij hijzelf tezamen en in vereniging met een ander feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging en daarbij zo nauw betrokken is geweest dat hij ten aanzien van die gedraging met de rechtspersoon kan worden vereenzelvigd. Een vergelijkbare nauwe betrokkenheid bij de diefstal van de beide vrachtauto's heeft het Hof hier vastgesteld. Die vaststelling staat dus aan een veroordeling wegens heling van die zelfde vrachtauto's in de weg.
12. Het middel slaagt.
13. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen waarop het bestreden arrest zou dienen te worden vernietigd.
14. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
1 Vaste rechtspraak, zie HR 7 februari 1978, NJ 1978, 661; HR 31 maart 1987, NJ 1987, 796; HR 14 september 1999, NJ 2000, 23; HR 30 oktober 2001, NJ 2002, 128.
2 Vgl. HR 17 november 1981, NJ 1983, 84 (Containerdiefstal).
Beroepschrift 02‑01‑2007
HOGE RAAD
DER
NEDERLANDEN
griffienummer: 02318/06
SCHRIFTUUR: houdende middelen van cassatie in de zaak van:
[verdachte], verzoeker tot cassatie van een hem betreffend arrest van het gerechtshof te Arnhem uitgesproken op 2 juni 2006.
Middel
Het recht is geschonden en/of er zijn vormen verzuimd waarvan niet naleving nietigheid medebrengt.
In het bijzonder zijn met betrekking tot het sub 1 bewezenverklaarde de artt. 416 Sr, 359, 415 Sv geschonden doordien uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt, althans daaruit rechtstreeks het ernstige vermoeden voortvloeit dat verzoeker een helingshandeling heeft begaan met betrekking tot de twee in de bewezenverklaring onder A en B genoemde vrachtauto's, welke vrachtauto's hijzelf door enig misdrijf, te weten diefstal, heeft verkregen, hetgeen aan zijn veroordeling wegens heling in de weg staat. 's Hofs arrest kan op grond hiervan niet in stand blijven.
Toelichting
1
- a.
De voor het bewijs gebezigde verklaring van [betrokkene 7] (bewijsmiddel 11) luidt voorzover hier van belang, zakelijk weergegeven:
‘De diefstallen van de auto's werden gepleegd door [betrokkene 10], eerdergenoemde [betrokkene 9] en ene [betrokkene 12]. [verdachte] regelde dit; hij wist dan ergens een vrachtauto te staan die we konden laten weghalen.’
‘Ik snap dat ik deel heb genomen aan een organisatie die zich bezighield met de diefstallen en heling van vrachtauto's. Je kan het vergelijken met een soort bedrijf met als directeur [verdachte]. Hij regelde en financierde het geheel. Hij regelde mensen voor de diefstallen, het branden van de auto's en het transport en hij was degene die de spullen verkocht.
Verder was er een clubje dat zich bezighield met het stelen van de vrachtauto's. Anderen hielden zich bezig met het demonteren van de auto's. Het transport werd geregeld. [verdachte] belastte daar ook mensen mee. De verkoop werd uiteindelijk door hem geregeld. Later deed [betrokkene 2] dit. [verdachte] is degene die alles heeft geregeld.’
- b.
De voor het bewijs gebezigde verklaring van [betrokkene 3] (bewijsmiddel 14) luidt, zakelijk weergegeven:
‘In sommige gevallen regelde [verdachte] de stelers. Bij de eerste twee vrachtauto's vroegen wij, [betrokkene 6], zijn zoon [betrokkene 7] en ik aan mensen of zij de vrachtauto's wilde stelen. De andere keren regelde [verdachte] dit. Het waren steeds dezelfde mensen die de vrachtauto's wegnamen.’
- c.
De voor het bewijs gebezigde verklaring van [betrokkene 12] (bewijsmiddel 17) luidt, zakelijk weergegeven:
‘Als ik door [betrokkene 3] gevraagd werd (vrachtauto's te stelen) dan zat [verdachte] hier wel eens bij. Dit was het geval bij de vrachtauto die ik bij [betrokkene 11] in Deventer heb gestolen. Ik ben ook een keer met [betrokkene 10] naar Arnhem gereden. Ik heb [betrokkene 10] afgezet. [betrokkene 10] heeft bij een terrein waar meerdere vrachtauto's stonden een truck gestolen. Ik weet niet waar [betrokkene 10] niet deze auto naar toe is gereden. Ik denk dat hij de auto naar [betrokkene 3] heeft gebracht omdat ik [betrokkene 10] later uit de woning van [verdachte] heb gehaald. [verdachte] zat samen met [betrokkene 10] in de kamer.’
2
Blijkens de gebezigde bewijsmiddelen (zie bewijsmiddel 3) is de in de bewezenverklaring onder 1A bedoelde vrachtauto eigendom van [betrokkene 11]. Voorts vloeit uit de gebezigde bewijsmiddelen in samenhang met de bewezenverklaarde periode van de criminele organisatie (1 maart 2003 tot 2 juli 2003) voort dat de onder 1 B bedoelde vrachtauto kennelijk valt in de categorie gestolen vrachtauto's — één van de laatste — ten aanzien waarvan verzoeker volgens [betrokkene 3] betrokken was met betrekking tot het regelen van mensen die de vrachtauto moest stelen.
3
In HR 7 februari 1978, NJ 1978, 661 en ook in HR 30 oktober 2001, NJ 2002, 128 is beslist dat de omstandigheid dat iemand een helingshandeling begaat met betrekking tot een voorwerp dat hijzelf door enig misdrijf heeft verkregen, in de weg staat aan zijn veroordeling wegens heling. Deze rechtspraak is hier, in deze zaak, van toepassing. Immers uit vorenweergegeven bewijsmiddelen volgt dat verzoeker de betrokken vrachtauto's als medepleger van diefstal heeft verkregen. Ofschoon hij zelf de diefstallen niet pleegde, staat dat aan zijn medeplegen niet in de weg. Hij had immers blijkens de bewijsmiddelen een regelende rol daarin, zodat sprake was van een nauwe en volledige samenwerking ten aanzien van de diefstallen.
Deze schriftuur wordt ondertekend en ingediend door mr G. Spong, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam, aan de Keizersgracht 278, die bij dezen verklaart tot deze ondertekening en indiening bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd door verzoeker in cassatie.
Amsterdam, 2 januari 2007
mr G. Spong