Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 25
HR, 04-12-2007, nr. 02971/06
HR 04-12-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB7088
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02971/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BB7088
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB7088, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04ā12ā2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB7088, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04ā12ā2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 13ā02ā2007
- Wetingang
Sv art. 410
Essentie
Art. 410 Sv stelt geen nadere materiƫle eisen aan de appelschriftuur. Als in het desbetreffende geschrift niet met zoveel woorden grieven zijn geformuleerd, maar wel een opgave van getuigen of deskundigen wordt gedaan, zal de rechter op grond van die opgave mogen aannemen dat is voldaan aan het vereiste dat het geschrift de grieven tegen het vonnis bevat.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 'sāGravenhage van 2 juni 2006, nummer 22/006611-05, in de strafzaak tegen S.B. Adv. mr. A.B. Baumgarten, te 'sāGravenhage.