NJ 2007, 555
HR, 09-10-2007, nr. 02310/06
HR 09-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA9177
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
02310/06
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BA9177
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal publiekrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA9177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA9177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2006
- Wetingang
Sr art. 242
Essentie
Van door een feitelijkheid dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen cfm. art. 242 Sr is slechts sprake indien verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen haar wil heeft ondergaan (vgl. HR NJ 2000, 125). De bewezenverklaring van feit 4, voor zover behelzende dat verdachte het slachtoffer door feitelijkheden heeft gedwongen, kan niet zonder meer worden afgeleid uit de bewijsmiddelen, die inhouden dat verdachte bij wijze van ritueel — om zogenaamd de relatie tussen zijn zoon en het slachtoffer te herstellen — gemeenschap ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.