RvdW 2007, 514
Schending dagvaardingstermijn en verstekbehandeling.
HR 15-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA1639
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 mei 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01128/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BA1639
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA1639, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA1639, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2006
- Wetingang
Sv art. 265 lid 3; Sv art. 413 lid 1
Essentie
HR stelt vast dat de dagvaardingstermijn ex art. 413 lid 1 Sv van de, op zich juist betekende, appeldagvaarding is geschonden nu de daarin voorgeschreven termijn van 10 dagen niet in acht is genomen, terwijl niet blijkt van verdachtes instemming daarmee. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting, na verstekverlening, voortgezet. 's Hofs verzuim om het onderzoek ex art. 413 lid 1 Sv juncto art. 265 lid 3 Sv te schorsen strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gegeven uitspraak oplevert (HR NJ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.