RvdW 2007, 177
Bijzondere voorwaarde: de rechter en niet de reclassering beslist over de opname in een inrichting en de duur daarvan.
HR 30-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0262
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 januari 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03170/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ0262
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ0262, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2006
- Wetingang
Sr art. 14c
Essentie
De voorwaarde tot opname van de verdachte in een inrichting kan slechts worden opgelegd voor een door de rechter te bepalen termijn (art. 14c lid 2 onder 2° Sr). Cfm. art. 14f lid 2 Sr kan de rechter ook gedurende de proeftijd zo'n voorwaarde opleggen. Dit wettelijk systeem brengt mee dat de beslissing of zich de noodzaak voordoet van opname in een inrichting en voor welke duur, is voorbehouden aan de rechter. Hiermee is onverenigbaar de door het hof opgelegde bijzondere voorwaarde, voor zover deze de beslissing tot opname in De Meren of De Jellinek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.