NJB 2007, 383
HR, 16-01-2007, nr. 03398/05
HR 16-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3320
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2007
- Magistraten
Mrs. Corstens, Van Schendel en Thomassen
- Zaaknummer
03398/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ3320
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3320, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ3320, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2007
- Wetingang
Sv art. 588 lid 1 aanhef; Sv art. 588 lid 1 onder b sub 3
Essentie
Aanwezigheidsrecht.
De verdachte had in de appelakte van 2 december 2004 een adres opgegeven dat naar het kennelijk oordeel van het hof als achterhaald moest worden beschouwd, omdat volgens de basisadministratie persoonsgegevens vanaf 19 augustus 2004 van de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats bekend was. Daarom had het hof de dagvaarding in hoger beroep als geldig beschouwd hoewel deze niet aan het in de appelakte genoemde adres was betekend. De Hoge Raad overwoog dat onbekendheid met een feitelijke woon- of verblijfplaats niet kan worden aangenomen, indien niet is getracht de uitreiking aan bijvoorbeeld het in een appelakte genoemd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.