JOL 2007, 25
Verdeling wederrechtelijk verkregen voordeel over de daders onvoldoende gemotiveerd.
HR 16-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ3305
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00876/06P
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ3305
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3305, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ3305, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2006
Essentie
Verdeling wederrechtelijk verkregen voordeel over de daders onvoldoende gemotiveerd.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 februari 2005, nummer 20/000974–02, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een uitspraak van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch van 20 maart 2002 — de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 937 174,35.