NJB 2007, 274
HR, 19-12-2006, nr. 03194/05H
HR 19-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AY9718
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2006
- Magistraten
Mrs. Koster, Ilsink, De Hullu, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03194/05H
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AY9718
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY9718, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY9718, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2005
- Wetingang
Sv art. 457
Essentie
Zesde aanvraag tot herziening van de wegens de in november 1983 gepleegde moord tot 12 jaren gevangenisstraf veroordeelde L.
De Hoge Raad stelt vast dat de aanvraag naar haar kern berust op drie gronden, hierna opgenomen onder 5. Van elk dezer gronden wordt na ampele uitleg vastgesteld dat zij geen novum bevatten als bedoeld in art. 457 Sv.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
4.1
Het Hof heeft ten laste van de aanvrager bewezenverklaard dat:
‘hij op of omstreeks 5 november 1983 te Amsterdam opzettelijk en met voorbedachte raad W. van het leven heeft beroofd, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.