JOL 2006, 785
Onvoldoende bewijs door feitelijkheid dwingen bij verkrachting en dwingen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen.
HR 12-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7767
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 december 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02260/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AY7767
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY7767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY7767, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑10‑2005
Essentie
Onvoldoende bewijs door feitelijkheid dwingen bij verkrachting en dwingen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 15 april 2005, nummer 24/000248–04, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Leeuwarden van 5 februari 2004 — de verdachte vrijgesproken van het bij inleidende dagvaarding onder 3, 5 en 6 tenlastegelegde en hem voorts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.