RvdW 2006, 1165
Vervolging ter zake valse incasso-opdrachten om gaten in het bancaire systeem aan te tonen, was niet in strijd met art. 10 EVRM.
HR 05-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8343
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 december 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02811/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AY8343
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8343, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8343, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
Verdachte heeft een boek geschreven over een gat in het bancaire systeem van automatische incasso's. Om aan te tonen dat hij gelijk had heeft hij langs elektronische weg incasso-opdrachten uitgevoerd zonder dat de rekeninghouders hem daartoe hadden gemachtigd. De vervolging ter zake van die valse incasso-opdrachten leverde weliswaar een inbreuk op op verdachtes in art. 10 EVRM neergelegd recht op vrijheid van meningsuiting, maar een inbreuk die noodzakelijk was ter voorkoming van strafbare feiten en ter bescherming van rechten van derden als bedoeld in art. 10 lid 2 EVRM. Verdachte had de juistheid van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.