NJ 2006, 551
Vordering van de A-G niet in arrest. HR herstelt die misslag.
HR 03-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX8618
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst,J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01525/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AX8618
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX8618, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX8618, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2005
- Wetingang
Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 8
Essentie
Het Hof heeft het vonnis van de Rechtbank bevestigd behalve ten aanzien van onder meer de strafoplegging en de motivering daarvan. In het arrest staat vermeld dat het Hof ‘heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal’. Het proces-verbaal van de terechtzitting vermeldt wel de inhoud van de vordering. HR: De bestreden uitspraak voldoet niet aan het in art. 359, eerste lid jo art. 415 Sv op straffe van nietigheid voorgeschreven vereiste, nu het Hof daarin niet de vordering van de Advocaat-Generaal bij het Hof heeft opgenomen. Dit behoeft niet tot cassatie te leiden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.