Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 890
Beroep op noodweer(exces); verweer dat ook i.c. bespreking verdient.
HR 19-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9404
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 september 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02590/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AX9404
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX9404, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX9404, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑12‑2005
- Wetingang
Sr art. 41; Sv art. 358 lid 3
Essentie
Beroep op noodweerexces. Nu bij het primair (poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel) en subsidiair tenlastegelegde feit (eenvoudige mishandeling) de feitelijke gedragingen dezelfde zijn, heeft het Hof het gevoerde verweer — vrijspraak ten aanzien van het primaire feit overeenkomstig het betoog van de PG, en beroep op noodweerexces ten aanzien van het subsidiaire feit — te beperkt opgevat. Daaraan kan, mede in het licht van wat verdachte zelf ter zitting heeft verklaard, niet afdoen dat de raadsman het verweer slechts ten aanzien van het subsidiaire feit heeft gevoerd terwijl het Hof het primair tenlastegelegde feit bewezen heeft verklaard. Nu een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.