RvdW 2006, 604
Geen grondslagverlating.
HR 06-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2479
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
01955/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AW2479
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW2479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW2479, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑10‑2005
- Wetingang
Essentie
Ten laste is gelegd dat de verdachte zich opzettelijk en wederrechtelijk een hoeveelheid armbanden, colliers, ringen en broches heeft toegeëigend. De bewezenverklaring erop neerkomende dat de verdachte ‘sieraden’ heeft verduisterd levert geen grondslagverlating op.
Samenvatting
Ten laste is gelegd dat de verdachte ‘opzettelijk 96, althans een of meer armband(en), en/of 88, althans een of meer collier(s) en/of 39, althans een of meer ring(en) en/of 2, althans een broche(s)’ zich wederrechtelijk heeft toegeëigend. Het Hof heeft bewezenverklaard dat de verdachte zich ‘opzettelijk’ sieraden wederrechtelijk heeft toegeëigend. Het Hof heeft de tenlastelegging kennelijk aldus verstaan dat daarin aan de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.