JOL 2006, 351
Gebruik voor het bewijs van verklaring van getuige die zich ter terechtzitting als getuige gehoord op zijn verschoningsrecht beroept niet ongeoorloofd.
HR 06-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1633
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2006
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
01711/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AV1633
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV1633, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV1633, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑08‑2005
Essentie
Gebruik voor het bewijs van verklaring van getuige die zich ter terechtzitting als getuige gehoord op zijn verschoningsrecht beroept niet ongeoorloofd.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 13 december 2004, nummer 21/004428–03, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Utrecht' te Nieuwegein.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.