RvdW 2006, 176
Belaging. Geen specificatie ‘dulden’ vereist.Dwang uitoefenen. Gevaarscriterium art. 37 Sr. Geen schadevergoedingsmaatregel bij OVAR.
HR 31-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU7080
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 januari 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
00126/05
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AU7080
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU7080, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU7080, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
Belaging.
1. In een tenlastelegging en bewezenverklaring terzake van art. 285b Sr hoeft ten aanzien van het bestanddeel ‘met het oogmerk de ander te dwingen iets te dulden’ niet te worden gespecificeerd op welk dulden het oogmerk is gericht (HR NJ 2004, 625).
2. Uit de bewijsmiddelen kan volgen dat verdachte dwang heeft uitgeoefend, nu daaruit kan worden afgeleid dat verdachte het slachtoffer geen keuze heeft gelaten in het al dan niet aanvaarden van contact met verdachte en deze daarmee feitelijk heeft gedwongen te dulden dat verdachte o.a. stelselmatig contact met haar zocht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.