JOL 2005, 340
Geen ongeoorloofde dubbele ontneming.
HR 31-05-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS6015
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02320/04P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AS6015
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS6015, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS6015, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2005
Essentie
Geen ongeoorloofde dubbele ontneming.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 28 april 2004, nummer 20/001777–00, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Arrondissementsrechtbank te Roermond van 21 januari 2000 — de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 40 841
2. Geding in cassatie
Het beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.