JOL 2004, 710
Geen bewijsuitsluiting. Vereenzelviging veroordeelde en rechtspersonen. Materieel strafrecht en strafprocesrecht
HR 21-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3658
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
01005/04P
- Conclusie
A-G W.H. Vellinga
- LJN
AR3658
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3658, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3658, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2004
Essentie
Geen bewijsuitsluiting. Vereenzelviging veroordeelde en rechtspersonen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 augustus 2002, nummer 22/005070–99, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1950, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Rechtbank te Rotterdam van 15 januari 1999 — de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 3 700 000, subsidiair drie jaren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.