NJ 2006, 64
Vordering onttrekking aan verkeer na vernietiging.
HR 14-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR4905
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 december 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu
- Zaaknummer
01552/04B
01553/04B
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AR4905
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR4905, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR4905, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑12‑2004
- Wetingang
Essentie
Nu de inbeslaggenomen goederen zijn vernietigd op grond van een machtiging als bedoeld in art. 117 Sv, is het beslag beëindigd. Ook dan kan bij een afzonderlijke rechterlijke beschikking op vordering van het OM de onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, welke vordering er in dat geval toe strekt te doen vaststellen of de voorwerpen zich lenen voor onttrekking aan het verkeer.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Roermond van 4 mei 2004, RK 03/377 en RK 03/378, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.