NJ 2005, 217
Actief levensbeëindigend handelen door arts, zonder verzoek daartoe.
HR 09-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1493, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 november 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
02641/03
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AP1493
- JCDI
JCDI:ADS116936:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP1493, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP1493, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑11‑2004
- Wetingang
Essentie
In casu heeft de arts actief het leven van een comateuse patiënte met een zeer korte levensverwachting beëindigd. De patiënte had daartoe tevoren geen verzoek kenbaar gemaakt. Het gaat hier dus niet om euthanasie of hulp bij zelfdoding als bedoeld in art. 293 Sr. De arts kan evenwel in noodtoestand komen te verkeren indien zich zeer dringende, de toestand van de patiënt betreffende, omstandigheden voordoen die meebrengen dat de arts kom te staan voor de noodzaak te kiezen uit onderling strijdige plichten. Het oordeel van het Hof dat de uitzichtloze situatie en de grote mate van ontluistering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.