JOL 2004, 572
Omstandigheid dat verdachte ten tijde van zitting al enige tijd gedetineerd is voor nieuwe feiten is niet redengevend voor bewezenverklaring.
HR 02-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9806
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
02459/03
- Conclusie
A-G N. Jörg
- LJN
AO9806
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO9806, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO9806, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2004
Essentie
Omstandigheid dat verdachte ten tijde van zitting al enige tijd gedetineerd is voor nieuwe feiten is niet redengevend voor bewezenverklaring.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 14 augustus 2003, nummer 21/000119–03, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Italië) op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Almelo van 9 december 2002 — de verdachte ter zake van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.