NJ 2004, 590
1. Belaging. 2. Uitleg termijnbepalingen art. 61.1 Sv.
HR 31-08-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1213
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 augustus 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
02713/03
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- LJN
AP1213
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP1213, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP1213, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑08‑2004
- Wetingang
Sr art. 285b; Sv art. 348; Sv art. 359a; Sv art. 61 lid 1
Essentie
1. Belaging. Het achterwege blijven van een bemiddelingspoging door de politie tussen belager en belaagde raakt de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie niet.
2. Het tijdstip van de in art. 61 lid 1 Sv genoemde termijn van zes uur vangt aan op het moment waarop de (hulp)officier van justitie beveelt dat verdachte wordt opgehouden voor onderzoek cfm genoemd art. De tijd die verstrijkt gedurende de overbrenging van verdachte naar de plaats van het onderzoek wordt niet meegeteld bij de berekening van die uren (vgl. HR NJ 1988, 918).1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.