NJ 2004, 512
Vrijspraak van art. 6 WVW 1994 wegens ontbreken causaal verband niet ten onrechte gegeven.
HR 18-05-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO6457
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 mei 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
02164/03
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- LJN
AO6457
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO6457, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑05‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO6457, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2004
- Wetingang
WVW 1994art. 6
Essentie
De vrijspraak terzake van art. 6 WVW 1994 wegens het ontbreken van causaal verband tussen verdachte's snelheid en alcoholgebruik en het ongeval geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, ook niet in het licht van hetgeen het hof over de bevindingen van het NFI heeft overwogen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 11 februari 2003, nummer 24/000443–02, in de strafzaak tegen F.A.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.