JOL 2004, 191
Materieel strafrecht.
HR 30-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO3231
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 maart 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
01372/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO3231
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO3231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO3231, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑03‑2004
Essentie
Redelijke toerekening van de dood van het slachtoffer aan de verdachte, ondanks het uitblijven van de vereiste medische hulp nu het toegebrachte letsel kennelijk zodanig ernstig was dat een medische ingreep noodzakelijk was om te voorkomen dat het slachtoffer zou komen te overlijden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 november 2002, nummer 20/000009–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Ierland) op [geboortedatum] 1968, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.