JOL 2003, 703
Na vernietiging uitspraak in eerste aanleg in ontnemingzaak en terugwijzing naar de politierechter blijken de ontnemingvordering en de akte van betekening daarvan te ontbreken. In een dergelijk geval moet in verband met de termijn van twee jaren waarbinnen op een dergelijke vordering moet zijn beslist, in rechte komen vast te staan wanneer de vordering is uitgegaan ter betekening. Dat kan ook blijken uit andere gegevens dan de oorspronkelijke vordering en de akte van uitreiking.
HR 23-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AM2767
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 december 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00081/03P
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AM2767
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AM2767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AM2767, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑12‑2003
Essentie
Na vernietiging uitspraak in eerste aanleg in ontnemingzaak en terugwijzing naar de politierechter blijken de ontnemingvordering en de akte van betekening daarvan te ontbreken. In een dergelijk geval moet in verband met de termijn van twee jaren waarbinnen op een dergelijke vordering moet zijn beslist, in rechte komen vast te staan wanneer de vordering is uitgegaan ter betekening. Dat kan ook blijken uit andere gegevens dan de oorspronkelijke vordering en de akte van uitreiking.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 25 november 2002, nummer 21/001634–02, op een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.