JOL 2003, 450
Verduistering gelden door notaris. Verweer dat verdachte mocht menen dat hem door daartoe bevoegde was meegedeeld dat hij de gelden anders moest aanwenden toereikend verworpen. Materieel strafrecht en strafprocesrecht.
HR 16-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF5690
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2003
- Magistraten
W.J.M. Davids, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, E.J. Numann
- Zaaknummer
01466/02
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AF5690
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF5690, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF5690, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2003
Essentie
Verduistering gelden door notaris. Verweer dat verdachte mocht menen dat hem door daartoe bevoegde was meegedeeld dat hij de gelden anders moest aanwenden toereikend verworpen.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's Gravenhage van 5 december 2001, nummer 22/002887–00, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1944, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 22 juni 2000 — de verdachte ter zake van 'verduistering gepleegd door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.