NJ 2003, 348
Ontneming. Schikking als bedoeld in art. 511c Sv niet mogelijk in hoger beroep.
HR 01-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF4161
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 april 2003
- Magistraten
Bleichrodt, Koster, Van Schendel
- Zaaknummer
0173802P
- Conclusie
plv. A-G Vellinga
- LJN
AF4161
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF4161, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF4161, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2003
- Wetingang
Essentie
In art. 511c Sv is bepaald dat de officier van justitie, zolang het onderzoek op de terechtzitting niet is gesloten, met de verdachte of veroordeelde een schriftelijke schikking kan aangaan tot betaling van een geldbedrag aan de Staat of tot overdracht van voorwerpen ter gehele of gedeeltelijke ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. Blijkens art. 511g Sv is art. 511c Sv niet van overeenkomstige toepassing verklaard op de behandeling van de ontnemingsvordering in hoger beroep.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 30 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.