JOL 2002, 266
Gebruik voor bewijs van verklaring anoniem gebleven persoon, hoewel verdediging wens heeft geuit die persoon te horen. Strafproceesrecht.
HR 23-04-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9181
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2002
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, J.P. Balkema
- Zaaknummer
01463/01
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AD9181
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9181, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9181, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2002
Essentie
Gebruik voor bewijs van verklaring anoniem gebleven persoon, hoewel verdediging wens heeft geuit die persoon te horen. Strafproceesrecht.
Samenvatting
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 25 juni 2001, nummer 22/002007–00, in de strafzaak tegen: (verdachte), te (woonplaats), ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De IJssel' te Krimpen aan den IJssel.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 8 augustus 2000 — de verdachte vrijgesproken van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.