NJ 2002, 204
Bijstandsfraude. Ten onrechte geen gemotiveerde beslissing gegeven op beroep op verschoonbare dwaling.
HR 08-01-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD6257 (Chan-a-Hung/Maalsté)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 januari 2002
- Magistraten
W.J.M. Davids, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
03930/00
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AD6257
- Roepnaam
Chan-a-Hung/Maalsté
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD6257, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD6257, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑01‑2002
- Wetingang
Sr art. 225; ABW art. 141; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 2
Essentie
Bijstandsfraude. Het Hof had een gemotiveerde beslissing moeten geven op het verweer dat verdachte de formulieren heeft ingevuld op advies van de bedrijfsmaatschappelijk werker, dat opzet op de wederrechtelijke bevoordeling ontbreekt en hoogstens sprake is van verschoonbare dwaling gelet op elkaar tegensprekende ambtenaren van de gemeente.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 september 2000, nummer 22/001627–99, in de strafzaak tegen C. B., adv. mr. G.Th.J. Bos te Leiden.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.