NJ 2001, 481
Bacchus-zaak. Geen schending pressieverbod.
HR 08-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1473
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 mei 2001
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, E.J. Numann
- Zaaknummer
02895/00
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AB1473
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB1473, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB1473, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑05‑2001
- Wetingang
EVRM art. 3; EVRM art. 6 lid 3; Sv art. 28 lid 2; Sv art. 29 lid 1; Sv art. 338
Essentie
Bacchus-zaak. Het langdurig en confronterende verhoor van verdachte, het deels nachtelijke tijdstip daarvan en het spreken met stemverheffing door de politie levert geen schending van het pressieverbod op. Ook al zou de verdachte geen gelegenheid hebben gehad contact op te nemen met zijn raadsman, dan is verdachte daardoor niet in zijn belangen geschaad, nu hij later bij de R-C, in aanwezigheid van zijn raadsman, zijn bekentenis heeft herhaald. De tegenover de politie afgelegde verklaring kon dan ook voor het bewijs worden gebruikt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op de beroepen in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.