NJ 1999, 253
Afwijzing verzoek informant te horen
HR 19-01-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1170
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 1999
- Magistraten
Davids, Schipper, Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
109282
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1170
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1170, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1170, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑1999
- Wetingang
Sv art. 27; Sv art. 264; Sv art. 280 lid 4 (oud); Sv art. 288
Essentie
Afwijzing verzoek informant te horen.
Het verzoek tot het horen van de informant is met de overweging dat verdachte daardoor redelijkerwijze niet in zijn verdediging kon worden geschaad, afgewezen nadat het hof, op grond van een verklaring van de teamleider RCID over de betrouwbaarheid van de informant en de verstrekte informatie, had vastgesteld dat de informatie een redelijk vermoeden van schuld aan een zeer ernstig feit tegen verdachte kon opleveren. Dit is een afdoende motivering nu de verklaring van de informant niet voor het bewijs is gebruikt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.