NJ 1999, 248
Geen schending redelijke termijn tussen verstekarrest en betekening verstekmededeling
HR 19-01-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1391
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 1999
- Magistraten
Davids, Koster, Van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
108035
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
ZD1391
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1391, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑1999
- Wetingang
Sv art. 366; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Geen schending redelijke termijn tussen verstekarrest en betekening verstekmededeling.
Zeven jaar na de appeluitspraak bij verstek wordt de verstekmededeling aan verdachte in persoon betekend. Slechts een beperkt deel (11 maanden) is aan het Openbaar Ministerie toe te rekenen. Nu verdachte de overige tijd geen bekende woon- of verblijfplaats had kan hij zich niet met vrucht beroepen op overschrijding van de redelijke termijn.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 30 augustus 1990 in de strafzaak tegen J.W.P., te Noordenveld, adv. mr. J. Boksem te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.