NJ 1998, 38
Undue delay / tijdsverloop 26 maanden tussen schorsing onderzoek en verhoor incestslachtoffer door R-C gerechtvaardigd doordat lange tijd niet mogelijk was slachtoffer te horen en dat van evident belang was: zij had ander dan verdachte als dader aangewezen / vervolgens verlopen 14 maanden totdat onderzoek wordt voortgezet: redelijke termijn geschonden
HR 25-03-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0670
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 maart 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
104293
- Conclusie
A-G Fokkens
- LJN
ZD0670
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZD0670, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑03‑1997
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Undue delay. Tijdsverloop van 26 maanden tussen schorsing onderzoek en verhoor van incestslachtoffer door rechter-commissaris gerechtvaardigd doordat het lange tijd niet mogelijk was het slachtoffer te horen en dat van evident belang was: zij had een ander dan verdachte als dader aangewezen. Vervolgens verlopen 14 maanden totdat onderzoek wordt voortgezet: redelijke termijn geschonden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 7 maart 1996 in de strafzaak tegen J.M., te Rotterdam, adv. mr. P.C. Römer te 's-Gravenhage.
Hof:
Procesgang
Ter terechtzitting van de Rechtbank van 4 april ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.