NJ 1996, 452
Laadbakken ‘heeft’ wie zeggenschap over aanwezigheid daarvan heeft / verdachte — verhuurder — had die niet: bewezenverklaring onvoldoende gemotiveerd / bevoegdheid gemeenteraad niet beperkt tot stellen regels met betrekking tot inzameling en vervoer huishoudelijke afvalstoffen
HR 21-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:ZD0295, m.nt. G. Knigge
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 november 1995
- Magistraten
Hermans, Davids, Keijzer, Bleichrodt, Koster, Fokkens
- Zaaknummer
101001
- Noot
G. Knigge
- LJN
ZD0295
- JCDI
JCDI:ADS125355:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Milieu
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:ZD0295, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑11‑1995
- Wetingang
BW art. 7A:1584; Afvalstoffenwet art. 2 lid 1; WMb art. 10.10; Afvalstoffenverord. Amsterdam art. 28A
Essentie
1. Art. 28A Afvalstoffenverordening Amsterdam doelt met degene die laadbakken ‘heeft’ op degene die zeggenschap over de aanwezigheid van die laadbakken heeft. Verdachte — verhuurder — had die niet: bewezenverklaring onvoldoende gemotiveerd. 2. De bevoegdheid van de gemeenteraad is niet beperkt tot het stellen van regels met betrekking tot inzameling en vervoer van huishoudelijke afvalstoffen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie van I. BV, te Amsterdam, adv. mr. J.M. Sjöcrona te 's-Gravenhage.
Rechtbank:
Bewezenverklaring
Bewezenverklaard dat:
1
zij in de gemeente Amsterdam op zaterdag 6 februari 1993 te omstreeks 09.15 uur, op de Z.-wal (ter hoogte van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.