NJ 1995, 176
Vordering cfm. 552f Sv ook mogelijk indien strafzaak geëindigd door einduitspraak waarbij rechter heeft verzuimd beslissing te nemen omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen
HR 29-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9876
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 1994
- Magistraten
Hermans, Davids, Keijzer, Van Dorst
- Zaaknummer
3262E
- LJN
ZC9876
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC9876, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑1994
- Wetingang
Sr art. 36b lid 1 onder 4°; Sv art. 552f
Essentie
Een vordering cfm. art. 552f Sv is ook mogelijk indien de strafzaak is geëindigd door een einduitspraak waarbij de rechter heeft verzuimd een beslissing te nemen omtrent de inbeslaggenomen voorwerpen.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, Economische Kamer, van 19 juli 1994, gegeven op een vordering van de Officier van Justitie in het arrondissement 's-Gravenhage tot onttrekking aan het verkeer, ingesteld door de Officier van Justitie inzake Dega BV (adv. mr. J.A. Huijgen te 's-Gravenhage).
Rechtbank:
In raadkamer is gebleken dat bovengenoemd bestrijdingsmiddel in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.