NJ 1993, 475
Man — dronken — liggend op achterbank; toch redelijk vermoeden van schuld / betekenis ‘bestuurder’ (art. 33a lid 1 en 2 WVW)
HR 19-01-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AD1811, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 1993
- Magistraten
Haak, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Meijers
- Zaaknummer
92724
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AD1811
- JCDI
JCDI:ADS66172:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AD1811, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AD1811, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑1993
- Wetingang
Sv art. 27; Sv art. 350; WVW art. 26; WVW art. 33a lid 1; WVW art. 33a lid 2
Essentie
1. Man — dronken — liggend op achterbank; toch redelijk vermoeden van schuld. 2. Betekenis ‘bestuurder’ cfm. art. 33a lid 1 en 2 WVW. 1
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 10 febr. 1992 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen G.O., te Vroomshoop, adv. mr. J. Regoort te Almelo.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 10 febr. 1992 alsmede tegen alle op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.