NJ 1992, 516
HR, 11-02-1992, nr. 90184
HR 11-02-1992, ECLI:NL:PHR:1992:AC1852
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 1992
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Govaerts, Neleman, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Leijten
- Zaaknummer
90184
- LJN
AC1852
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:AC1852, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑1992
ECLI:NL:PHR:1992:AC1852, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑1992
- Wetingang
Sv art. 181 lid 3; Sv art. 282; Sv art. 338; Sv art. 342 lid 1; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
1. Geen nieuwe oproeping van de op de lijst geplaatste, ter terechtzitting niet verschenen getuige — waarvan de verdediging geen afstand heeft gedaan — omdat het hof dat ‘zinloos acht’.
2. 's Hofs oordeel dat er onvoldoende aanleiding bestond eerder dan op 1 febr. 1989 het op 27 dec. 1988 tegen N.N. gevorderde gerechtelijk vooronderzoek bij een nadere vordering cfm. art. 181 lid 3 Sv op naam van verdachte te stellen is feitelijk, niet onbegrijpelijk en geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
3. 's Hofs overweging dat, vooropgesteld dat de verklaring van de anonieme ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.